Reeds in 2000 kwamen jongeren in Egypte op straat om hun solidariteit te betuigen met de tweede Intifada in Palestina. Dit jongerenprotest was nieuw. Overal in Egypte ontstonden solidariteitscommités. Na de inval in Irak in maart 2003 vormden ze de ruggegraat van het Egyptisch anti-oorlogs protest. Een spontane en massale betoging had plaats op 20 maart 2003. De grootste betoging in de geschiedenis van Egypte.
Protest zoekt ook een uitweg in cyberspace
Reeds in 2000 kwamen jongeren in Egypte op straat om hun solidariteit te betuigen met de tweede Intifada in Palestina. Dit jongerenprotest was nieuw. Overal in Egypte ontstonden solidariteitscommités. Na de inval in Irak in maart 2003 vormden ze de ruggegraat van het Egyptisch anti-oorlogs protest. Een spontane en massale betoging had plaats op 20 maart 2003. De grootste betoging in de geschiedenis van Egypte.
Deze beweging monde in 2004 en 2005 uit in Kefaya , een protest tegen het nepotisme van Mubarak en de corruptie van zijn omgeving. Kefaya betekent ‘genoeg’. Er circuleerde een petitie die fundamentele constitutionele en economische hervormingen eiste.
Op 12 december 2004 organiseerde Kefaya een actie om het aftreden van Mubarak te eisen. Tussen de 500 en 1000 activisten verzamelden zich op de trappen van het Hoge Gerechtshof in Kairo. Het was een stil protest. De actievoerders hadden over hun mond een grote gele sticker geplakt waar ‘Kefaya’ op stond. Ze werden omringd door oproerpolitie.
Internet is de enige plaats waar de jongeren hun protest kunnen uiten en dat doen ze dan ook, aanvankelijk via blogs. In 2005 waren er al zo’n 400 bloggers, in 2006 was dat aantal al verdrievoudigd. De opkomst van de blogosfeer in Egypte is nauw verbonden met de Kefaya beweging.
Wael Abbas bijvoorbeeld, een van de bekenste politieke activisten en bloggers hoste een mailing listserver om politieke informatie te verspreiden voor hij begon te bloggen. Blijkbaar tolereerde de Egyptische regering, in tegenstelling tot de Tunesische blogs om stoom af te laten… binnen bepaalde grenzen weliswaar (Zie Overcoming the Digital Divide: The Internet and Political Mobilization in Egypt and Tunisia).
Uit een rapport van 2010 van Reporters without Borders, blijkt dat het gebruik van internet om te protesteren tegen het regime niet zonder risico was.
De regering neemt sedert 2001 maatregelen om online materiaal te controleren. Hoewel de censuur nog minimaal is, is kritiek op de regering niet welkom. De overheid wist aanvankelijk niet goed wat doen met de explosie van blogs, omdat ze meer gewoon is om druk te oefenene op de traditionele media.
Bloggers activisten
Eind oktober 2005 werd voor het eerst een blogger gearresteerd omdat de inhoud van zijn blog de regering niet zinde. In 2006 werd ook de 22-jarige blogger Kareem Amer in Alexandrië achter de tralies gezet. De aanklacht “belediging van de president” en “het verkondigen van ongepaste feiten die de reputaite van Egypte kunnen in gevaar brengen” in zijn blog. Maar zijn verhaal bleef deze keer niet binnenkamers want het haalde de New York Times.
Deze vijandigheid van de overheid tegenover de bloggers maakt van hen echter activisten voor mensenrechten. Niet toevallig vermeldt Daila Zaida de gevangen neming van haar vriend Kareem Amer in haar korte biografie.
Al gauw kregen ze ook internationale aandacht en steun toen hun verhalen opgepikt werden door internationale organisaties als Amnesty International, Human Rights Watch en Reporters Without Borders. Toen op 25 october 2006 tientallen vrouwen werden lastig gevallen door gangs terwijl de politie stond toe te kijken en bloggers er foto’s en verslagen van publiceerden kregen de blogs ook enige aandacht op de BBC.
Voor een aantal van de bloggers was hun activiteit ook een opstapje naar de journalistiek, ze konden aan de slag bij media als al-Dustur, AMAY, Ikhwanweb en al-Jazeera Talk. Journalisten aan de andere kant, schreven blogs over onderwerpen waar ze in de pers niet konden over schrijven.
De blogs hebben een invloed gehad op de liberalisering van de gedrukte pers die het protest van de jeugd niet langer doodzwijgt. Johanne Keubler merkt op:
“Since 2004 over a dozen independent newspapers have been granted local licenses, but the new broadsheets cannot challenge the traditional governmental-owned newspapers in terms of distribution, since Al-Ahram, for example, circulates up to one million copies a day, while the entire independent press together prints less than 200,000 copies “
Veel van die bloggers kende elkaar. Ze ontmoetten elkaar tijdens protesten maar ook tijdens maaltijden of voor iftars (maaltijd na zonsondergang) tijdens de Ramadan .
Ze waren solidair met elkaar over de ideologische en religieuze grenzen heen. En en ze werden voortdurend lastig gevallen door het regime, soms gefolterd en gevangen gezet, alhoewel dit meer te maken had met hun Kefaya activiteiten op straat dan met de inhoud van hun blogs.
In 2007 zijn er 1400 blogs en het fenomeen verspreid zich verder. De blogs diversifiëren: naast burgerjournalisten, zijn er ook niet-confessionele activisten, linkse bloggers, bloggers van de Moslim Broederschap, cultuur en kunst liefhebbers, open source fanaten, technolgoie activisten en strikt persoonlijke bloggers.
Interview met Dalia Zaida in 2007
Rania Al Malky, schreef op haar site Egypt Blog Review:
“In a country like Egypt where state control of the media has reached such epidemic proportions that self-censorship has become a worse threat than direct censorship, the empowering effect of a blog is undeniable. It was only natural that political activists would pick it up to spread their pro-reform message and coordinate demonstrations and other forms of civil action which have been slowly gaining momentum in the past two years. And they now have the tools to tell the real story of how their peaceful protests are “controlled.”
(geciteerd in Core to Commonplace: The evolution of Egypt’s blogosphere)
Toch bleef niet alles koek en ei in de Kefaya beweging. Eind 2007, toen verschillende bloggers aangehouden werden en gefolterd, gaven de leiders van de beweging niet thuis, waardoor vele bloggers de beweging verlieten en Kafaya uiteenviel.
Buitenlandse inspiratie
In de lente van 2008 stak het protest echter weer de kop op toen in de textielstad El-Mahalla El-Kubra, de arbeiders geconfronteerd werden met stijgende voedsel prijzen. Ze kondigden een staking aan op 6 april. De jongeren riepen op om op de dag van de staking thuis te blijven en zwarte kleren te dragen. Burgerjournalisten gebruikten Facebook, Flickr en blogs om over de staking te berichten. Zo ontstond de beweging van de 6de april.
Op dat moment telt Egypte 800.000 Facebook gbebruikers, toch heeft de Facebookgroep die oproept om de stakers te steunen op twee weken tijd 70.000 leden. Zie ook op Facebook: “6th of April Youth Movement – حركة شباب 6 إبريل.”.
Het Egyptishe regime reageerde door twee sleutelfiguren van het proterst te arresteren, George Ishak en Esraa Abdel Fattah, de 27-jarige oprichter van de Faebookgroep. De Egyptische Minister van Binnenlandse Zaken dreigde met strenge maatregelen als de actievoerders het waagden op straat te komen.
Ondanks de schijnbaar brede sympathie op Facebook wordt de staking neer geslagen. De beweging van de 6de april bloedt dood bij gebrek aan perspectief (Zie Overcoming the Digital Divide: The Internet and Political Mobilization in Egypt and Tunisia).
Toch was het bilan niet volledig negatief want internationale contacten begonnen hun vruchten af te werpen. De 6 april beweging gebruikt hetzelfde vuist symbool als de OTPOR! beweging van Servië, dat het regime van Slobodan Milošević hielp omverwerpen. De Egyptische jongeren hadden contacten met OTPOR! en namen van hen de geweldloze tactieken geïnspireerd door de geschriften van Gene Sharp over.
Peter Ackerman, oprichter van het ‘International Center on Nonviolent Conflict’ gaf workshops in Kairo over burgerlijke ongehoorzaamheid en vreedzaam verzet. Hij is een oud-leerling van Gene Sharp en gebruikte bij zijn trainigen diens “198 Methods of Nonviolent Action,” een lijst met taktieken gaande van hongerstakingen tot “het zich uitkleden als protest” en “het onthullen van de identiteit van geheime agenten”.
Dalia Ziada, een Egyptische blogster en activiste, die de workshops bijwoonde en later zelf gelijkaardige workshops organiseerde zei dat ‘trainees’ achteraf zowel in Egypte als Tunesië actief waren. Ze vertaalden stukken uit het werk van Gene Sharp.
De druppel die de emmer deed overlopen
In Juni 2010 werd Khaled Said dood geslagen door de politie toen die hem vatte in een internet café waar hij beelden probeerde up te loaden waarop Egyptische politiemannen te zien waren die drugs verkochten. Daarop ontstond een protest beweging met Facebook groepen als “كلنا خالد سعيد – We are all Khaled Saeed”.
Maar de pagina voor Khaled Said groeide snel uit tot een brede campagne tegen politiegeweld, een pleidooi voor mensenrechten in Egypte. Er werden namen gepubliceerd van agenten die betrokken waren bij misbruiken. De pagina werd een informatiecentrum voor foto’s en video’s. Zo werd het politiegeweld onderwerp van publiek debat. De groep organiseerde demonstraties ter ere van Said, en vandaag heeft hij de groep 380.000 leden. Door de moord op Khaled Said drong het stilaan door tot de burgers dat iedereen het slachtoffer kon zijn van de politiebrutaliteiten.
In Europa en de VS viel iedereen van zijn stoel toen het protest in Karo wereldnieuws werd, maar dat protest was in januari 2011 al zo’n tien jaar aan de gang.
De Facebookgroepen die gebruikt werden om te mobiliseren voor het protest op 25 Januari 2011 waren dus niet nieuw en waren ontstaan uit reëel protest op straat en niet omgekeerd. De oproep om te protesteren tegen corruptie, werkloosheid en folteringen in de politiebureaus werd van 14 janurai tot 24 januari herhaald op internet. De vrijdag ochtend op 25 januari hadden zich bijna 69.000 mensen aangemeld voor protest op de Facebook pagina “We Are All Khaled Said”.
De plannen voor het protest en de oproepen werden echter ook via conventionele middelen verspreid, van mond tot mond, via pamfletten, fotocopies en emails met PDF bestanden waarin het plan voor het protest werd uiteengezet. Zie voor een copie in het Engels en Arabisch in “Egyptian Activists’ Action Plan: Translated”
Het is interessant op te merken dat het document een oproep bevatte om de boodschap niet te verspreiden op Twitter en Facebook of andere websites omdat die in de gaten werden gehouden door het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Je ziet naast elkaar de Arabische originele versie en de vertaling in het Engels.
Het plan, een goed uitgekiende handleiding voor de opstand, was maar eventjes 26 bladzijden lang, niet echt Twitter of Facebook stuff dus.
Organisatie en Taktiek van de opstand
De ervaring met opstanden en de langdurige voorbereiding bleek nog meer uit de manier waarop het protest werd georganiseerd. In de handleiding die verspreid werd stonden specifieke eisen voor het Mubarak regime naast een groot aantal speciefieke richlijnen voor het verzet van de burgers; concrete doelstellingen voor het volksverzet en de tactische stappen om die doelstellingen te bereiken. De gids gaf ook tips over de beschermkledij die men moest dragen en hoe de politie kon geneutraliseerd worden met verf spuitbussen.
Het protest startte in de steegjes waar de bewoners luid schreeuwend werden opgeroepen om mee te stappen. Beginnen in de steegjes is geen willekeurige optie. Klein beginnen weg van de grote stroom is een veilige manier om betogers te verzamelen. Ahmed Sabry schrijft in ‘How to protest, a letter from #Egypt’:
“Don’t go directly to the destination, organize marches from several areas. Marches are like a bus it collects people on the way. Poor areas and affected areas get more supporters”
Door in verschillende kleine steegjes te beginnen kon de groep groeien. Als er meer en meer mensen door de steegjes liepen werd een momentum gecreëerd en groeide het vertrouwen. In die steegjes kent iedereen iedereen en is men meer geneigd om mee te stappen als men ziet dat vrienden, broers of zusters ook meestappen. Hier onder de tactische tekening in de gids:
In de gids werd sterk de nadruk gelegd op vreedzame actie. Sabotage werd nadrukkelijk afgewezen. Gebruik van geweld geeft de regering een excuus om tussen te komen en het protest neer te slaan. Ahmed Sabry schrijft daarover:
“To make sure it is peaceful, organizers should be around the demonstrations at all times, if anyone gets out of hand arrest him and deliver him to the police yourselves
(…)
Most important, keep it peaceful whatever happens, you will get much more supporters that way.“
De gids raadt de activisten aan om ook te proberen de politie te winnen voor hun zaak.
De activisten voorzagen in een SMS systeem voor ondersteuning indien nodig zoals geneeskunndige hulp en juridische vertegenwoordiging bij arrestaties.
De activisten achter deze gids waren dus duidelijk heel goed voorbereid en ze wisten heel goed wat ze deden. Ze voorzagen zelfs in Google Earth screen shots van veschillende delen van de stad om tactische bewegingen aan te geven.
Rol van de (sociale) media tijdens de 18-daagse opstand
Op 25 januari 2011 wordt Twitter en Bambuser geblokkeerd. Op 26 januari wordt Facebook geblokkeerd en wordt GSM verkeer op het Tahrirplein onmogelijk.
Van bij het begin van de bezetting op het Tahrirplein op 25 januari werd er een media tent opgetrokken op het Tahrirplein. Er was een bord dat mensen die foto’s en video’s hadden de weg wees naar de tent. Bloggers, mensenrechten activisten en politiek activisten brachten hun eigen laptops en kabels mee om te gebruiken. Hier een link naar foto’s op Flickr en Facebook van de opstand.
Op 27 januari 2011 legde het Mubarak-regime vrijwel alle Egyptische toegang tot het internet stil vanaf middernacht 27/28 januari tot 2 februari 10:30 GMT.
Te laat echter. Net voor het afsluiten van alle internet verkeer waren enkele activisten er toch in geslaagd om informatie te posten en foto’s en video’s up te loaden. Telecomix voorziet in een dialup verbinding om de internetblocage te omzeilen. Google zette Speak2Tweet op, waar de Egyptenaren voice berichten konden inspreken die dan gepost werden op Twitter.
Op 28 januari wordt het GSM verkeer een hele dag lang onderbroken. Vaste lijnen in een reeks districten van Kairo worden afgesloten. Het resultaat is echter meer volk op straat en radicalisering van de opstand. Politiebureaus worden in brand gestoken.
Als bendes en vrijgelaten gevangenen de betogers aanvallen en beginnen plunderen organiseert de bevolking zelf buurtvigilantes. Deze reactie was belangrijk voor de buitenwereld en wordt benadrukt in de berichtgeving. De activisten sturen het verhaal de wereld in dat er politiemensen meedoen aan de plunderingen. Op die manier bleven de opstandelingen het verhaal bepalen van de revolutie en slaagde het regime er niet in de opstand te diskwalificeren als chaos en plunderingen.
Op 30 januari wordt het persbureau van Al Jazeera in Kairo gesloten. Maar ook daarna bleven de journalisten, actief nieuws doorsturen via Twitter en Livestream. Ze belden anoniem in en bleven reportages verzorgen. Al Jazeera en Russia Today gebruikten Youtube om reportages te posten van de demonstraties.
Footing vanop het Tahrirplein
Op 31 januari wordt ook de laatste internetprovider afgesloten.
Op 1 februari verklaart Mubarak op televisie dat hij niet gaat deelnemen aan de komende verkiezingen, maar dit wordt op gehoon onthaald door de bevolking.
Op 2 februari wordt internet toegang terug hersteld.
2 en 3 februari zijn de bloedigste dagen van de opstand. Videoclips van het gewelddadig optreden verspreiden zich als een vuurtje over internet en worden daar opgevangen door de internationale media.
Het protest lijkt te gaan liggen omdat het publiek ziet dat het regime geen duimbreed toegeeft.
Op 5 feruari post Wikileaks een bericht over het fortuin van Mubarak dat op 70 miljard dollar wordt geschat. Dit nieuws wordt door meeste media opgevangen en vespreid via satelliet televisie.
Op 7 februari wordt de activist Wael Ghonim, de man die de Facebook pagina ‘We are all Khaled Saeed” opzette en die tien dagen geblinddoekt gevangen was gehouden, geïnterviewd door Dream TV een Egyptische zender. Het protest laait weer op.
Op 9 januari leggen de overheidsambtenaren het werk stil en duizenden vakbondsleden gingen in staking.
Op 10 februari geeft Mubarak een televisie speech. Alhoewel verwacht werd dat hij zijn aftreden zou aankondigen doet hij dat niet. Hij herhaalt nog eens dat hij niet meedoet aan der komende presidentsverkiezingen en dat hij zijn macht delegeert aan vice-president Suleiman.
Op 11 februari is er meer volk op straat dan ooit. De betogers raken nu ook tot aan het presidentieel paleis. ’s Avonds kondigt Suleiman het afteden van Maubarak aan.
Impakt van de sociale media
Wat men dikwijls uit het oog verliest is dat het internetgebruik nog heel beperkt is in het Midden Oosten, in Egypte waren 16 miljoen internetgebruikers in 2009 op een bevolking van 80 miljoen, of 21,1% . In december 2010 is dat aantal gestegen tot 20.136.000 of 24,5% .
Alhoewel het internetgebruik meer dan verdrievoudigd tussen 2004 en 2008, is er geen evenredige toename van internet gerelateerd protest in de publieke ruimte.
Volgens een rapport van de Dubai School of Governement (zie tabel) is de penetratie graad van Facebook begin 2011 amper 7,6%, dit is aanzienlijk minder dan de penetratiegraad in Tunesië die 22,5% bedraagt volgens hetzeflde rapport.
Dit gaat dus om een kleine minderheid van de bevolking. Ramy Raoof een van de actiefste Egyptische bloggers stelt het zo:
“From the numbers in the table, it is clear that the percentage of Twitter and Facebook users is not high compared to the population sizes. Consequently, online content does not have a high, direct impact on offline communities. Instead it can be said to influence offline activist platforms, which in turn may influence offline communities.”
Internet gebruik en toegang blijft het voorrecht van een goed opgeleide en welstellende elite. De enige brug naar het grote publiek zijn een beperkt aantal onafhankelijke bladen, waarvan de oplage echter beperkt is.
Mohamed Mustafa een van de coördinatoren van de ‘Nationale Coallitie voor Verandering’ legt uit dat in tegenstelling tot de spontaneïteit van de Tunesische opstand, de revolutie in Egypte gepland was zowel via internet maar ook in de wijken:
“Because not everyone in Egypt has Internet access, we had to also make sure through street activism that those who do not have Internet access could also be reached and that their sentiments are in support of the revolution. That was secured in previous campaigns through collecting signatures from lay people to document their support of the “Change Declaration” that was drafted by Dr. ElBaradei; knocking on peoples’ doors and rallying their support; and even rehearsing for this major event through sporadic, mini-protests to guarantee public support.”
Het gebruik van sociale media zoals blogs en Facebook had ook een keerzijde. Activisten worden in de gaten gehouden door het regime. Het Amerikaanse bedrijf Narus was actief in Egypte en het levert apparatuur voor on-the-spot bewaking van communicatie via internet inclusief het onderbreken van het internetverkeer. Flickr verwijderde ook de foto’s van documenten die buit gemaakt waren in een bureau van de Egyptische veiligheidsdienst. Te onthullend. Het gebeurt wel meer dat sociale netwerksites materiaal verwijderen.
Sociale nerwerksites zijn ook geen veilige haven voor protest. Als online protest te gevaarlijk werd en de legitimiteit van het regime op de proef stelde, grijpt het regime in via pesterijen, aanhoudingen en folteringen. Dit gebeurde zowel tijdens het Kefaya protest als tijdens de beweging van de 6de April. Dit is dan ook de reden waarom Internet niet geschikt is voor directe mobilisatie en actie, en daarvan waren de activisten in Egypte zich maar al te goed bewust. Gevoelige informatie over de organisatie werd face to face uitgewisseld schrijft Zack Brisson:
” Long accustomed to state surveillance, most citizens — from youth activists to factory workers — expect the same to be true online and on their phones, and recognize that monitoring is especially likely on digital networks. Thus, while services such as Facebook could be used in advocacy activities such as recruitment campaigns, they could not be trusted for sensitive organizing. Most senior organizers we spoke with still ran their core activities in a very analog, cell-based fashion. Top strategies were set by leadership committees that gathered regularly in hubs like Cairo. Upon returning to their communities, these leaders would distribute handwritten organizing documents to collaborators. Using such tactics, one group was able to slowly but confidently disseminate a confidential organizing strategy to a network of 8,000 activists nationwide.”
Laten we de Egyptische cyberactivisten nog even zelf aan het woord. Ramy Raoof schrijft over het gebruik van de sociale media:
“Nevertheless, it is important not to magnify the role of the internet during the revolutions and uprisings; the Egyptian revolution is not a “Facebook revolution” or “Web 2.0 revolution” or similar meaningless terms. But online platforms were the media arm for Egyptians during the revolution, a space for Egyptians to share their experiences and thoughts and to show the truth of what happened”
Leila Hassanin wijst op de ondersteuning van de televisie die het online nieuws oppikt en verspreidt:
“The events show that the intertwining of online, mobile and traditional media, especially TV, were crucial in sustaining mass revolts. Without TV picking up the online and mobile messages, most Egyptians would not have known what content was being shared by a relative minority.”
De rol van de sociale media was bescheiden in de mobilisatie op straat. Een penetratiegraad van 7,6% is echt onvoldoende om de massa te bereiken. De sociale media speelden wel een rol als relay met de off line gemeengschap in de voorbereiding van de actie. De verspreiding van online ‘content’ ging via off-line platforms van activisten, die op hun beurt de off-line gemeenschappen van informatie voorzagen.
Bij de organisatie van de acties werd wel verstandig gebruik gemaakt van GSM een veel breder verspreid communicatiemiddel, penetratiegraad rond de 70%.
Samenvatting
Rol van sociale media in de voorbereiding van de opstand
(1) Op internet vonden bloggers een vrijplaats waar ze eindelijk eens vrijuit hun ideeën konden uiteenzetten. Ze droegen in zekere mate bij tot te liberalisering van de media.
(2) Via internet kwamen bloggers in contact met andere protestbewegingen en hulporganisaties in het buitenland. Ze deden er kennis op en leerden uit buitenlandse ervaringen.
(3) Via internet konden de plannen en tactiek van de opstand snel verspreid geraken in de dagen die vooraf gingen aan het protest.
Rol van de sociale media tijdens de opstand
(1) Via hun publicaties op internet wisten de activisten het media monopolie van het dictatoriale regime te doorbreken waardoor ze zowel in binnen- als in buitenland sympathie vonden voor hun zaak. Het regime kwam zo alleen te staan, veroordeeld door Washington en andere Westerse regeringen.
(2) De samenwerking tussen burgerjournalistiek en professionele media, waaronder Al Jazeera een prominente rol speelde heeft een geëngageerde journalistiek gecreëerd die we niet kennen in de Westerse media. De verslaggeving van Al Jazeera heeft de tradtionele media ontmaskerd als agenten van het regime. Internet liet toe om snel te reageren en het verhaal over de opstand te bepalen.
De Egyptische opstand slaagde er in politiek activisme in de reële wereld te verbinden met cyberactivisme in de virtuele wereld.
Bronnen
Core to Commonplace: The evolution of Egypt’s blogosphere, Courtney Radsch, 2008
The Digital Origins of Dictatorship and Democracy, Patrick Meyer, iRvolution, 10/01/2011
“We Are All Khaled Said”: Will the Revolution Come to Egypt?, Mike Giglio, The Daily Beast,22/01/2011
Egyptian Activists’ Action Plan: Translated, Alexis Madrigal, The Atlantic, 27/01//2011
Civil Resistance Tactics Used in Egypt’s Revolution #Jan25, Patrick Meyer, iRevolition,27/02/2011
What’s fueling Mideast protests? It’s more than Twitter, David Kravets, Wired,28/01/2011
How Journalists Are Using Social Media to Report on the Egyptian Demonstrations, Vadim Lavrusik, Mashable Social Media, 31/01/2011
How Social Media Accelerated the Uprising in Egypt, E. B. Boys, FastCompany, 31/01/2011
Shy U.S. Intellectual Created Playbook Used in a Revolution, Sheryl Gay Stolberg, The New York Times,16/02/2011
What the Egyptian Revolution Taught Al Jazeera About Digital, Adam Ostrov, Mashable Social Media, 05/03/2011
The Role of Technology in the Egyptian Revolutiont, Zack Brisson, Reboot, 18/03/2011
‘How to protest, a letter from #Egypt’, Ahmed Sabry, Take the Square net, 2011
E-revolutions and cyber crackdowns: User-generated content and social networking in protests in MENA and beyond, Alex Comninos, Global Information Society Watch, 2011
The internet and social movements in North Africa, Ramy Raoof, Global Information Society Watch, 2011
Overcoming the Digital Divide: The Internet and Political Mobilization in Egypt and Tunisia, Johanne Kuebler, CyberOrient, Vol. 5, Iss. 1, 2011
Egypt’s 25 Jan Revolution: Role of Internet & Mobile Technology in Social Resistance & Public Demonstrations, Leila Hassanin, http://www.arabdev.org, 2011
The Role of Al-Jazeera (Arabic) in the Arab Revolts of 2011, Aref Hijjaw, 2011
Egyptian Revolution: a demographic structural analysis, Andrey V. Korotayev en Julia V. Zinkin, Enteloquia, 2011
From Social Networking to Political and Physical Impacts, Some lessons from the Egyptian lotus revolution, Yehya M. Serag, Shams University in Cairo, 2011
Cyberactivism in the Egyptian Revolution: How Civic Engagement and Citizen Journalism Tilted the Balance, Sahar Khamis en Katherine Vaugh, 2011
Interview: Dalia Ziada Blogs To Help Bring Democracy To Egypt