Er was een tijd dat werd gedacht dat Internet een democratisering in de journalistiek zou teweeg brengen. Het valt niet te ontkennen dat de burgerjournalistiek het monopolie van de ‘mainstream media’ heeft doorbroken, maar zijn de hoge verwachtingen in participatieve media ook ingelost? Een begin van antwoord – voor Nederland althans – vinden we in het empirisch onderzoek van promovendus Tom P. Bakker aan de Universiteit van Amsterdam: ‘Citizens as political participants: The myth of the active online audience’. We leggen het onderzoek op de rooster.
Het onderzoek
Hoge en lage verwachtingen in participatieve media
Heeft er zich dank zij burgerparticipatie een machtsverschuiving voorgedaan in de media, zoals Jay Rosen (2006) voorspelde? Zijn de vroegere passieve nieuws consumenten nu een belangrijke nieuwsbron geworden, om met Dan Gillmor (2004) te spreken. Is top-down journalistiek nu vervangen door ‘conversatie’ en ‘dialoog’ zoals Mark Deuze (2004) het formuleerde? (Bakker, 2013, p. 22-23)
Vanuit de hoek van de professionele journalistiek werd de kwaliteit van burgerjournalistiek dan weer fel in vraag gesteld. Professionele journalisten voelden zich bedreigd. Maar sedert ‘Flat Earth News’ van Nick Davies weten we dat het met kwaliteit van de professionele journalistiek ook maar povertjes gesteld is. De toegenomen werkdruk maakt onderzoeksjournalistiek quasi onmogelijk.
Empirisch onderzoek dan maar
Internet, of Web 2.0, heeft in alle geval de drempel verlaagd om deel te nemen aan het publiek en politiek discours. Maar het bewijs dat burgers ook meer participeren bleef beperkt tot beloftes in pamflettaire stijl, een hoop case-studies en anekdotiek, volgens Tom Bakker (Bakker, 2013, p. 10-11). In Europa ontbrak het aan systematisch empirisch onderzoek. Enkel in de VS werd dat onderzoek wel al gedaan door het PEW Research Centre. Maar Amerika is Europa niet, betoogt hij. (Bakker, 2013, p. 24-26)
In 2011 hadden 93,6% van de Nederlandse gezinnen internet toegang, in de VS 76% en in België 76,5%. Naast deze hoge penetratiegraad vermeldt de onderzoeker de polarisatie van het debat rond de migratie als belangwekkend fenomeen. Deze context laat hem besluiten dat Nederland een excellente casus is om de ontwikkeling van participatieve media te onderzoeken in Europa. (Bakker, 2013, p 11-12; p. 27).
De onderzoeksvragen
De vragen die hij zich daarbij stelde waren: Hoeveel mensen participeren daadwerkelijk en hoe dikwijls is die participatie politiek? Wat zijn de kenmerken van deze burgerjournalisten? Welke persoonlijkheid hebben ze? Welk content publiceren ze? Waarom publiceren ze die? En wat is hun perceptie van het effect? (Bakker, 2013, p. 26)
De eerste vraag wordt in Hoofdstuk 2 behandeld, en dat kunnen we uitvoerig bespreken, maar van het antwoord op de andere vragen hebben we spijtig genoeg nog geen detail, aangezien Hoofdstuk 3, 4 en 5 nog onder embargo staan tot 26 februari 2014. De auteur is niet meer bereikbaar op de UvA. Hij werkt intussen bij TNO, dus houd ik het voorlopig bij eerste twee hoofdstukken. Maar hoofdstuk 2 bevat voldoende interesante resultaten om te bespreken.