Het onzichtbare zichtbaar maken
De publieke ruimte is een ruïne
Achteraan de rij aan de kassa zag ik een vrouw tegen zichzelf praten. Ik was verwonderd. Die is lekker gestoord, dacht ik. Plots liet ze haar karretje staan, drentelde heen en weer bij het rek van de laatste aanbiedingen. En maar tetteren terwijl. Toen stak een haastige klant haar voorbij in de rij.
“Mensen ritsen altijd op de verkeerde plaats,” nam ik het ridderlijk voor haar op. Maar de ritsende man deed alsof zijn neus bloedde en de gekke vrouw keek niet eens op. Ze praatte gewoon verder. Ik was gefrustreerd. Toen ze schuifelend een halve ronde draaide zag ik dat er een draadje uit haar oor hing.
Vroeger kon je mensen aanspreken aan de kassa, op straat, aan de toog in ‘t café, op de trein, de tram, de bus of in de metro. Vandaag kan dat niet meer. Elkaar lijfelijk ontmoeten is er niet meer bij. Binnenkamers kan het nog net, maar ook daar lopen we aan elkaar voorbij, telefonerend, televisie kijkend, gekluisterd aan onze PC, gamebox, tablet of smart phone.