Leestijd: 6 minuten
Het verhaal van de gated community
Eind de jaren negentig was het bejaardentehuis, bekend als het Lousberg Gesticht in Heernis, uitgeleefd. Het OCMW zette een nieuw gebouw en verkocht het in 1999 in twee delen. De voorbouw, werd verkocht aan een projectontwikkelaar die er burelen en luxueuze lofts van maakte. Men had er evengoed sociale woningen kunnen in onderbrengen, want die zijn er veel te kort. Voor de achterbouw en het aangrenzend park werd geen koper gevonden. Het is duidelijk dat de opsplitsing van het gebouw voorgesneden brood was voor projectontwikkelaars.

Lousbergs gesplitst langs rode stippellijn
Maar aanvankelijk wist de Stad Gent niet goed wat aanvangen met de achterbouw. Over het grote park werden allerlei ballonnetjes opgelaten. Parking, groen… De buurtbewoners wisten maar al te goed wat ze wilden. Ze wilden groen en een speelplein voor hun kinderen. Uiteindelijk kreeg de buurt haar park. In 2005 werden de werken gestart. In de achterbouw kwam een buurtcentrum en een jeugdcentrum. Het heeft wel in totaal 12 jaar geduurd voor alles afgewerkt was. De kinderen van de actievoerders waren al volwassen bij realisatie. Een aantal gezinnen met kinderen had ondertussen ook andere oorden opgezocht of was moeten verhuizen. Het verzet was gebroken.
Bij de achterbouw hoort een binnentuin die grenst aan de achterkant van de dure lofts. Deze binnentuin is verder ingesloten is door een galerij. (Men had die evengoed kunnen afbreken en die binnentuin toevoegen aan het park, maar men heeft de galerij laten staan.) De toegangsdeur vanuit het omliggende park gaat op slot als het buurtcentrum gesloten is.
Lobbyen op ‘t Stadhuis
Geert Versnick VLD schepen van stadsontwikkeling was verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de ganse Lousbergsite. Sogent voor de planning en uitvoering nadat alle strategische beslissingen – de opsplitsing – al genomen waren. In 2011 werd het park geopend. Maar het Buurtcentrum met feestzaal was nog maar pas geopend of er duikt al protest op van de eigenaars van de luxueuze lofts, waar de multifunctionele zaal tegenaan leunt. Nachtlawaai.
De syndicus van het gebouw Bleyenberg wordt ingeschakeld en deze spreekt VLD gemeenteraadslid Carl De Decker uit Oostakker aan. Carl De Decker brengt het probleem op de Gemeenteraad. Lobbyen is het nieuwe cliëntelisme. Uit de correspondentie blijkt het niet alleen over nachtlawaai te gaan maar de loftbewoners vinden dat ze ook overdag gestoord worden. Wat is het probleem? Spelende kinderen in de binnentuin. Schepen Balthazar (SPA), schepen verantwoordelijk voor buurtwerking, belooft dat na 10h geen lawaai meer zal gemaakt worden. Maar dat antwoord zint Bleyenberg niet. Wij citeren uit het bericht op de site van de Gentse VLD:
“Hierop reageerde de heer Bleyenberg op 30 april per e-mail, waarin hij de excuses van de jeugdcoördinator [van VZW Jong n.v.d.r.] als ontoereikend bestempelde. Daarnaast deed hij melding van nieuwe feiten van overlast, ditmaal wegens het verscheidene malen afgaan van het alarm in het buurtcentrum.”
Dat men protesteert tegen nachtlawaai is terecht, maar dat men dit conflict als chantage gebruikt om ook de kinderen te bannen is wraakroepend. Jeugdwerkers en buurtwerkers worden net niet gestalkt. Intussen is VZW Jong uit het gebouw en dus uit de binnentuin verdwenen. Kinderen dus niet meer toegelaten in een tuin die wel degelijk publiek domein is.
Als in 2015 buurtbewoners vragen om te mogen tuinieren in de binnentuin krijgen ze meteen het fiat van schepen Resul Tapmaz, op dat moment verantwoordelijk voor buurtwerking, maar gaat schepen Baltazar, nu verantwoordelijk voor de Groendienst dwars liggen. Of het een met het ander te maken heeft is niet duidelijk. We kunnen het de schepen niet meer vragen, hij nam ontslag toen aan het licht kwam dat hij excessieve zitpenningen ontving in de Publipart affaire. Na een handtekenactie in de buurt mag de Lochtingen toch tuinieren, maar enkel in bakken op de verharde rand van de binnentuin. De binnentuin dat is een museum voor perelaars. Tussen haakjes de veel oudere appelaars en perelaars op de Bijlokesite staan niet achter slot en grendel.
De binnentuin, publiek domein dus, is intussen in de praktijk een privétuin geworden. Tot 2017 was hij slechts 4 halve werkdagen per week toegankelijk, enkel in de voormiddag langs een zij ingang op het einde van die galerij. Tijdens de Gentse Feesten en andere vakanties, als het buurthuis dicht was kwam je er sowieso niet in. Sedert 2017 is de tuin wel alle werkdagen van de week toegankelijk, maar ook weer enkel tijdens kantooruren en niet tijdens het verlof van de buurtwerkers.
Privileges voor rijke lui
Dat het hier duidelijk om privileges gaat, wordt ook duidelijk bij het volgend conflict. De Lochtingen die zes teeltbakken had geplaatst om te tuinieren aan de rand van de perenboomgaard werd de nieuwe schietschijf. De lofteigenaars hadden duidelijk problemen met die bakken. Twee gezinnen in de lofts werden geïnterviewd. Allebei klaagden over hun uitzicht op de Perenboomgaard. Die betonstenen bakken, lelijk.De Lochtingen eiste om de perenboomgaard 7/24 toegankelijk te maken en ging daarover praten met de loftbewoners. Maar die zagen dat totaal niet zitten. Vrees voor vervuiling, lawaai van spelende kinderen, inbrekers, kattenkwaad, vandalisme… wat ze allemaal niet bedachten.

Zelfbevloeiende teeltbak met groenten gerealiseerd door de Lochtingen (Ourdia T.)
Nu die argumenten konden konden vrij gemakkelijk weerlegd worden, want aan het park buiten de rotonde grenzen nog wel meer tuintjes, enkel beschermd door een haag en toch is het park ‘s nachts vrij toegankelijk en van op de straat niet zichtbaar. Bereden patrouilles moet je er niet vrezen. En daar is op zes jaar tijd nog nooit iets gebeurd. Er is wat jongerenvandalisme geweest aan de schalies waarmee een muur aan de ingang bekleed was. Maar die kwetsbare constructie is intussen vervangen door een robuustere bekleding. Dat was alles, verder niets. De argumenten van de eigenaars konden dus een voor een weerlegd worden. Het is natuurlijk ook de ontwaarding van hun eigendom die de loftbewoners parten speelt.
In het verhaal van de Lochtingen valt ook het verzet tegen democratische procedures van bepaalde groepsleden op. Een loftbewoner, die aanvankelijk meewerkte, stelde letterlijk op een bijeenkomst:
“Je kan toch tuinieren zonder democratie ook.”
Hij is het wel afgestapt daarna. Maar niet veel later dook en een nieuwe vertegenwoordiger van de loftbewoners op in de groep. Het was haar ook duidelijk te doen om keet te schoppen. Het werd een aaneenschakeling van incidenten. De afgesproken basisdemocratie werd ondermijnd door een gevecht voor dominantie. Achterbaksheid en kleptomanie verborgen achter een gevel van deftigheid. Zie voor meer op de site van de Lochtingen.
Intussen blijft de buurtwerking onwrikbaar als het over de 7/24 toegang gaat. Het is altijd hun bedoeling geweest van de Lochtingen om er een gemeenschapstuin van te maken en dat is niet mogelijk als hij enkel toegankelijk is als de meeste mensen moeten werken. Leden van de Lochtingen mogen intussen niet meer in de bakken telen die ze zelf opgebouwd hebben. Ze hebben hun sleutel moeten afgeven.
Een groepje herenhuisbewoners, Lousmoes, die allemaal al een eigen tuin hebben, teelt er nu kruiden onder leiding van het buurtcentrum. De diversiteit is ver zoek. Maar een gemeenschapstuin is het dus nooit geworden wel een ‘gated community’.
De Heirnis buurt
De Heirnisbuurt wordt begrensd door de Gentse binnenring die een bocht maakt van het noordoosten naar het zuidoosten, de Visserijvaart in het westen en de Kasteellaan in het noordwesten. Uit cijfers in de buurtmonitor kan je opmaken dat het een dicht bebouwde buurt is met merkelijk meer appartementen dan in de rest van Gent. De bebouwingsgraad is er 36,5%. In de buurt ernaast, Macharius, nochtans meer centraal gelegen, is die duidelijk lager, 31,9%. Heernis, oorspronkelijk een gemene weide, is een van de stadsuitbreidingsgebieden in de 19de eeuw toen de industrialisatie voor een enorme bevolkingsexplosie zorgde. De bevolkingsdichtheid is 10.175/km².
Over de verhouding tussen de eengezinswoningen met tuin en zonder tuin zijn geen cijfers beschikbaar, maar de grote meerderheid van de huizen zijn arbeiderswoningen zonder tuin. Enkel sommige, maar niet alle herenhuizen op de centrale assen hebben een tuin. Er is dus een nijpend tekort aan open groene ruimte en zuivere lucht. In de straten van Heernis vind je geen bomen, behalve in de Zalmstraat. Toen de straat in de jaren 80 moest heraangelegd worden, eisten de bewoners dat er bomen geplant werden. Ze hebben er goed aan gedaan, want het is de enige straat waar de buren elkaar nog regelmatig ontmoeten. Sedert 2014 is ze omgevormd tot leefstraat. Sedert 2013 is de ‘leefstraat’ in Gent een plek waar het autoverkeer plaats moet ruimen voor groen, speelruimte voor kinderen en meer contact met de buurt. Het was oorspronkelijk een initiatief van het Lab van Troje, maar wordt sedert 2018 ondersteund door het stadsbestuur. Schepen Resul Tapmaz zegt erover:
“Leefstraten blijven co-creatieprocessen waarin bewoners de kans krijgen om, in nauw overleg met stedelijke diensten, zelf tijdelijk de publieke ruimte in hun straat in te vullen. Het is de bedoeling om de sociale samenhang in de Gentse wijken te verbeteren én de dialoog en solidariteit op straatniveau te versterken met ruimte om te experimenteren.”
Maar een leefstraat maakt de lente niet. Heernis is ook een doorgangsbuurt. Het aantal wooneenheden zonder domicilie in Heernis is 28,3% tegenover 21,3% voor gans Gent. 87% van de huizen dateren van voor 1930. Er zijn een aantal opbrengst huizen. Zelfs bescheiden arbeiderswoningen werden heringedeeld per etage om afzonderlijk te verhuren. Daar huizen zowel studenten als arme gezinnen uit de migratie. Huisjesmelkers vonden er opportuniteiten. Er is zelfs een geval van matrassenverhuur ontdekt, maar intussen opgedoekt. Wel is de Stad Gent bezorgd over het uitzicht. Zo kregen eigenaars van de Kasteellaan onlangs een brief in de bus dat ze hun gevel moesten verfraaien. Dat er achter sommige witgeverfde gevels armoede en uitbuiting verborgen zit, wordt zelden opgemerkt. Wie een beetje attent is in de buurt, ziet aan die panden dagelijks de busjes toekomen ‘s morgens om werkmannen/vrouwen op te halen en ‘s avonds weer terug te brengen.
Met meer dan 15% pendelaars buiten Gent is Heernis ook een slaapbuurt. Winkels en Horeca zijn er zo goed als niet meer in Heernis. Er is momenteel nog een café, een superette/benzinestation aan de ring, een wasserette, een apotheek en twee nachtwinkels voor 3.390 inwoners. Om u een idee te geven van de evolutie de laatste 20 jaar, in de jaren negentig waren er nog 4 bakkers, 2 slagers, 2 superettes, 3 cafés, 1 wasserette, 1 schoenmaker en 2 apotheken in de buurt. En om het beeld nog wat troostelozer te maken, het dak van de enige lagere school in de buurt is in 2016 ingestort. Er zijn dus zo goed als geen ontmoetingsplaatsen meer.
Lees ook ‘Broeder Jacob slaapt gij nog?’
Bronnen
Atkinson, R. (2006). Padding the bunker: strategies of middle-class disaffiliation and colonisation in the city. Urban Studies, 43 (4), 819-832.
Bertrand, Manon, Boeykens, X., Waerniers, R., Mertens, L., Geysmans, R., & Hustinx, L. (2017). De burger in de wijk: een exploratief onderzoek naar participatie van bewonersgroepen in de wijk Dampoort – Sint-Amandsberg en de relatie van deze bewonersgroepen tot Stad Gent, Vakgroep Sociologie, Universiteit Gent, Januari 2017
Coenen, Ad, Bart Van de Putte, (2014), Is gentrificatie meetbaar ?, Vakgroep Sociologie Universiteit Gent, beschikbaar op https://researchportal.be/nl/publicatie/gentrificatie-meetbaar-een-onderzoek-naar-de-meetbaarheid-van-gentrificatie-gent
Stad Gent (2018), Gent in cijfers, Geraadpleegd op 25/5/2015 van http://www.gent.buurtmonitor.be/
Van Bouchaute, B. (2013). Gentrificatie als strategie van stadsvernieuwing? : Gentse stadsvernieuwing in de 19de-eeuwse gordel 2000-2012. Gent: Academia press.
Verschillende auteurs (1988), Van wei tot wijk : ter herdenking van het honderdjarig bestaan van de Gentse wijk Heirnis, Gent : 100 Jaar Heirnis, 1988
Vlerick, Elias en Georges Allaert (2006), Sociale Mix: Tussen Discours en Realiteit, Dissertatie master in de stedenbouw en de ruimtelijke planning.
Wilkinson, Richard G. & Kate E. Pickett (2017), The enemy between us: The psychological and social costs of inequality, European Journal of Social Psychology, Volume 47, Issue1, February 2017, Pages 11-24
Daniel,
Eigenlijk was ik eerst niet betrokken maar mijn echgenote wel. Toen die dreigde op te geven (die administratie rond basisdemocratie was haar ding niet, daar kwam ze niet voor ; ze kwam om de bloemetjes water te geven 😉 ) dacht ik dat ik haar daarbij wel kon helpen door die stap voor haar te doen. Niet dus.
Ik heb het niet verder meer gevolgd maar denk uiteindelijk dat het je elders wel is gelukt. Ben daar wel blij om.
Over het Lousberggesticht:
In het Lousberg gesticht zijn een aantal “generaties” van eigenaars aanwezig. De eerste generatie (waar ik bij hoor) zijn de mensen die de handen uit de mouwen staken, tegen een betaalbare prijs een casco loft kochten en die hebben ingericht.
We zijn nog met een 5 gezinnen over uit die periode. Toevallig wonen de meeste (niet wij) grenzend aan de binnentuin waar de bakken werden geplaatst. Ik kan niet geloven dat die mensen daar een probleem mee hadden.
Na die eerste generatie zijn de prijzen effectief de hoogte in gegaan. Niet alleen in dit gebouw maar in de ganse buurt trouwens.
En wat ik denk over gentrification ? Het is vooral de middenklasse die ervan profiteert. Zij kopen nog betaalbaar huizen (en lofts) die ze opknappen waardoor de buurt aantrekkelijker wordt. Die verkopen ze dan terug en kunnen met de meerwaarde een upgrade doen. Maar je hebt ook gelijk ; de volkse buurten verdwijnen daardoor.
20 jaar geleden was dit deze buurt. Nu is de buurt rond Dok Noord aan de beurt. De stad doet zijn best om een gezonde mix te houden maar dat zal moeilijk zijn vrees ik.
Alleen… wat is het alternatief ? Is het aan de Brugse Poort dan zoveel beter ?
Bernard.
PS: Nog altijd welkom in één van die “poepchique” loffts hé.
Een woordje over gentrificatie. Stadsvernieuwing is een noodzakelijk proces. Ik heb Gent nog meegemaakt in de jaren zeventig en toen was het een troosteloze industriestad. Dat de middenklasse daar vooral van profiteert is ook niet het grootste probleem, alhoewel de balans slaat te veel door naar die kant. Gorki zong: “De middenklasse regeert het land”. Dat is meer dan een slogan. Onderzoeker Lorenzo Terrière heeft dat goed gedocumenteerd (https://www.apache.be/2018/07/05/de-middenstand-regeert-het-land-2/).
Maar men kan gentrificatie in een buurt tegengaan door voldoende betaalbare woningen te voorzien voor de inkomens van de eerste 4 decielen tijdens de vernieuwing. Momenteel moet deze groep huren op de privémarkt, en ze kunnen het niet meer betalen in Gent. Onder Temmerman bij de stadsvernieuwing rond de vroegere beestenmarkt (Macharius buurt) zorgde men voor voldoende betaalbare sociale woningen. Ook Frank Beke besefte dat en zorgde voor voldoende sociale woningen tijdens de renovatie van Sas- en Bassijnwijk (Gentbrugge 2006). Beke stelde ook voor om in die wijken een wijkgezondheid-centrum op te richten wat ook gebeurde in de Brugse Poort. Maar na Beke was de pijp uit.
Termont was heel populair, maar au fond heeft hij niets gedaan voor de werkmensen in Gent. Hij zou en wou vooral de middenklasse aantrekken. Maar de ironie wil dat ook dat niet lukt. De liberale schepen Sofie Bracke heeft dat vorig jaar nog aangekaart. Sommige jonge gezinnen wonen een tijdje in de stad, maar eens de kinderen daar zijn vertrekken ze naar de rand of naar net buiten de stad. Ik heb daar uitvoeriger over geschreven in dit artikel: https://niepleuen.wordpress.com/2018/10/09/pps-zorgt-in-gent-niet-voor-betaalbare-woningen/ Er zijn dus oplossingen, maar de politiek moet meewillen.
Dag Bernard,
Volgens mij is de eerste groep van de Lochtingen uiteen gevallen op een cultuur verschil. Aan de ene kant mensen die het zagen als een vrijblijvende hobby – we zullen de bloemetjes wel eens water geven als we goesting hebben – aan de andere kant mensen die tuinieren zien als een constante zorg voor de tuin, wat toch wel enige organisatie veronderstelt. Het eerste standpunt werd vooral vertolkt door Greet. En die ben jij gevolgd. (Ze kon het goed uitleggen en het was een knappe vrouw 😉 Toen is het beginnen botsen.
Ik had idd een conflict over democratie met jou, maar dat was op dat moment nog niet de hoofdzaak. Het is het later wel geworden. Ook de tweede groep had daar problemen mee. Zover dat iemand vond dat hij in de kas mocht zitten zonder toestemming van de volledige algemene vergadering. Ze hadden dat ‘en petit comité’ geregeld.
Ik heb het er deze week nog over gehad met mijn dochter. Dat verschil in cultuur is belangrijk. Ik heb voor ik informaticus werd, 17 jaar in ‘t fabriek gewerkt. Een werkmens kijkt anders tegen samenwerken dan een ‘petit bourgeois’, sorry for my french. Voor een werkmens zijn gemaakte afspraken heilig, want daar hangt dikwijls veel van af. De hobbies van een werkmens zijn ook altijd functioneel. Tuinieren is niet alleen ontspanning, maar het moet ook opbrengen. Het zijn doe-het-zelvers, bricoleurs.
De Heirnisbuurt is geen werkmansbuurt meer. Dat was het wel toen ik er kwam wonen in de jaren 90. Niet alleen in de lofts wonen mensen met aan andere mentaliteit ook in de herenhuizen en sommige opgeknapte werkmanshuizen. De verandering is begonnen toen men van het Lousbergs, een zorgcentrum gebouwd door katoenindustrieel Ferdinand Lousberg voor zijn werkmensen, luxewoningen gemaakt heeft toen het gesloten werd. Beetje bij beetje werden ook andere huizen opgekocht en gerestaureerd. De verdere verfraaiing van de buurt door ‘t stad heeft de prijzen naar omhoog gejaagd. In de gerestaureerde cité (de eerste vanaf de Forelstraat) betaal je voor een piepklein huisje 750 € tot 850 € huur. En ze staan te koop voor 260.000 €. Er staan er nog veel leeg, alhoewel ze deze zomer al allemaal afgewerkt waren.
Dit proces heb je wanneer bouwpromotoren en speculanten hun oog op een buurt laten vallen. In de sociologie noemt men dat gentrificatie. Het speelt zich op wel meer plaatsen af in de stad. Met de gentrificatie gaat de solidariteit in een buurt verloren. En dat is het begin van het einde van de sociale cohesie.
Daniël,
Ik had dit artikel nog niet gelezen. Ik ben de bewoners van de “poepchique” lofts die je citeert over democratie. Toch eventjes duiden dat de aankoopprijs in 2000 van een dergelijke loft betaalbaar was. De prijzen die nu betaald worden rond het Lousbergpark zijn andere koek.
Maar dan over je citaat die uit context is getrokken. Probleem gaat niet over wel of geen democratisch proces. De meeste mensen die meewerkten aan het project waren het zeer genegen (ook ik) alleen wilden mensen vooral tuinieren en niet constant met statuten, administratie, vergaderen, … bezig zijn.
Je bedoeling was goed maar je heb meer belangstelling in de structuren dan de feitelijke doelstelling.
De doelstelling was een gemeenschappelijk moestuin houden. Meer niet.
Moest daarvoor alles in statuten of konden de structuren niet gaandeweg groeien ?
Ik geloofde eerder in snel starten en gaandeweg structuren opzetten. Bij jou moesten de structuren er eerst zijn.
Jammer. Ook jou (foute) conclusies zijn jammer. Maar ja… je zal niet veranderen.
Soms heb ik met je te doen want ik weet dat je alles vanuit een zekere overtuiging en met principes doet.
Je maakt het vooral jezelf zeer moeilijk.