Causaliteit of waar de logische implicatie de mist in gaat

Deze uiteenzetting kan begrepen worden zonder voorkennis van wiskunde of wiskundige logica. De discrepantie tussen causaliteit en de implicatie in de klassieke logica wordt duidelijk aan de hand van enkele voorbeelden. Even kan je stilstaan bij hoe die is ontstaan eind de 19de eeuw. In de 20ste en 21ste eeuw grepen pientere denkers in. Oplossingen zijn ook te vinden in alternatieven voor de klassieke logica. Besluit is dat er meerdere logica’s mogelijk zijn. En voor deze specifieke anomalie zijn ze zelfs noodzakelijk.

Intro, natuurlijke taal en formele taal

Manieren om de logische implicatie in de propositielogica weer te geven in natuurlijke taal:

als dit, dan dat

dat wanneer dit

dat tenzij niet dit

dit impliceert dat

altijd dat wanneer dit

uit dat volgt dit

De klassieke logica beschikt over vijf operatoren:

conjunctie, EN: ˄

disjunctie (inclusief), OF: ˅

negatie, NIET: ¬

logische implicatie, ALS DAN:→ of

gelijkwaardigheid, ALS EN ALLEEN ALS:

Een volledige lijst met alternatieve vind je hier.

Formeel codeert men de implicatie als (p q) in de klassieke logica en als (p => q) in een causaal systeem.Bij de voorbeelden hier verder is p telkens de veronderstelling en q de conclusie of respectievelijk oorzaak en gevolg bij causaliteit. Alle voorbeelden zijn ook causale verbanden.

Een causale implicatie impliceert een logische implicatie, maar niet omgekeerd.

(p => q) (p q)

Opmerkelijk is dat men de logische implicatie ook kan schrijven als disjunctie (¬p ˅ q).

Om een onderscheid te maken tussen de implicatie in natuurlijke taal en de implicatie in de klassieke logica gebruiken sommigen de term “materiële implicatie” voor de laatste.

Voorbeelden

Read More

Boek Besprekig: Platform Socialism: How to Reclaim our Digital Future from Big Tech van James Muldoon

Er is een uitvoerige bespreking in het Engels van Nika Mahnič van de London School Of Economics van het boek “Platform Socialism: How to Reclaim our Digital Future from Big Tech” van James Muldoon. Maar nog niet in het Nederlands. Je zal het boek waarschijnlijk toch in het Engels moeten lezen. Het is te koop aan de democratische prijs van £ 16.99 voor de paperback of £ 9.99 voor het e-book bij Pluto Press. Maar opgelet als je de paperback wil kopen komt er 6 euro verzendingskosten bij.

De twee eerste hoofdstukken sla ik over. Over de geldhonger van Zuckerberg en het democratisch deficit is al zo veel geschreven. Frances Haugen deed het met de interne documenten van Meta in het hand. Over het democratisch deficit van Internet schreef ik al in 2015 in Short history of the digital communication trap voor en na zo veel anderen. Die kritiek kwam in eerste instantie vanuit het oude continent met schrijvers als Geert Lovink en op de in 2011 opgestarte mailing list “unlike us critical research & alternatives in social media”. Pas later schoten ze ook wakker in de VS en het VK.

De meest bekende Amerikaanse niet marxistische analyse vind je bij Shoshana Zuboff met The Age of Surveillance Capitalism, daar is zelfs een Wikipedia pagina aan gewijd, maar haar anlyse bevat heel wat leemtes. Daarom is een analyse vanuit Marxistische hoek ook zeer nutttig. Bij het derde hoofstuk “Communty washing Big Tech” begint het interessanter te worden. Hoe Airbnb en Deliveroo zich oorspronkelijk voordeden als ‘Community’ project, maar uiteindelijk ook geld moesten opbrengen en uitbuitingsmachines werden. In die discussie speelde de Belgische Peer to Peer goeroe een weinig verkwikkelijke rol. Ik schreef een kritiek op zijn laatste boek op het scherp van de snee.

Read More

Het begin van alles in de virtuele ruimte

Projectbeschrijving en hoe gaat het verder

1_0 Korte Geschiedenis

1_1

De eerste inspiratie voor dit project is een tekst van Paul Stubbs:

Paul Stubbs (1998) ‘Conflict and Co-Operation in the Virtual Community: eMail and the Wars of the Yugoslav Succession’, Sociological Research Online, vol. 3, no. 3, <http://www.socresonline.org.uk/3/3/7.html> (PDF)

1_2

Paul Stubbs werkte samen met Zamir in Zagreb in Kroatië, de tekst is de eerste sociologische benadering van computergemedieerde communicatie in een oorlogsgebied. Ondertussen was ik systeembeheerder van KnoopPunt, partner van Zamir, beide leden van APC. Het was op dat moment moeilijk te bevatten wat er gebeurde. Het kostte Paul Stubbs ongeveer 6 jaar om een tweede analyse van Zamir te maken:

Stubbs, Paul, The ZaMir (for peace) network: from transnational social movement to Croatian NGO? // Internet Identities in Europe / Brooksbank Jones, Anny and Maire Cross (ur.).Sheffield: ESCUS, 2004. str. 70-84 (PDF).

Read More

The dawn of everything in virtual space

Looking for solid ground

Project Description and Procedings by Daniël Verhoeven, contact

1_0 History Short

1_1

The first inspiration for this project is a text of Paul Stubbs:

Paul Stubbs (1998) ‘Conflict and Co-Operation in the Virtual Community: eMail and the Wars of the Yugoslav Succession’, Sociological Research Online, vol. 3, no. 3, <http://www.socresonline.org.uk/3/3/7.html> (PDF)

1_2

Paul Stubbs worked with Zamir in Zagreb in Croatia, the text is the first sociological approach of computer mediated communication in a war zone. Meanwhile I was a system administrator of KnoopPunt, partner of Zamir, both members of APC. It was difficult to grasp what was happening at the time. It took Paul Stubbs about 6 years to produce a second analysis on Zamir:

Stubbs, Paul, The ZaMir (for peace) network: from transnational social movement to Croatian NGO? // Internet Identities in Europe / Brooksbank Jones, Anny and Maire Cross (ur.).Sheffield: ESCUS, 2004. str. 70-84 (PDF).

Read More

Bij ‘t stad Gent wordt er alleen naar u geluisterd als je de media informeert over het probleem

Tijdens de lockdown in April 2020, beperkte de stad Gent het verkeer in drie straten om wandelaars en fietsers meer ruimte te geven. Alhoewel daarover al gemopperd werd in de Karperstaat, had ik er geen probleem mee dat op de Lousbergkaai het verkeer naar de ring tegen gehouden werd aan het kruispunt met de Forelstraat. We moesten buiten komen maar ook afstand houden. Met die maatregel was er meer plaats om afstand te houden als we buiten kwamen. Zo begreep ik het. Uitzonderlijke toestanden vergen uitzonderlijke maatregelen. Nog twee andere straten werden op die manier heringericht: de Groendreef-Willemotlaan en de Henleykaai-Neermeerskaai.

Aangezien ik een straatloper ben, begon het mij op te vallen dat het verkeer in de Karperstraat serieus toegenomen was. Naar de oorzaak was het niet ver zoeken. Het was sluipverkeer. Auto’s die anders de stad uitreden naar de ring langs de Lousbergkaai sloegen nu de Forelstraat in en namen daar de eerste straat rechts, de Karperstraat, die ook uitkomt op de ring. Ineens werd het er heel druk.

Stuk van Lousbergkaai dat afgesloten werd in de richting van de ring is in het rood aangeduid

Read More

Over de volksverlakkerij van de marketing sociologie

De verloedering van de sociale wetenschappen met hersenloos onderzoek

Dagelijks stoten we op uitslagen van opinie onderzoeken in de media. Daar is heel wat mis mee. Een, met de uitslag van die enquête zijn we meestal niets en twee, de vragen die er gesteld worden hebben weinig of niets te maken met de dagelijkse sociale realiteit waarin we leven. Het een volgt natuurlijk uit het ander, antwoorden op vragen die niets te maken hebben met ons leven, daar kunnen we niet veel mee. C. Wright Mills noemde het ‘abstract empirisme’ en stelde het aan de kaak:

“Mijn opvatting van de sociale wetenschappen is niet de tegenwoordig geldende. Mijn opvatting staat lijnrecht tegenover die welke de sociale wetenschappen ziet als een stel bureaucratische technieken die het sociaal onderzoek belemmeren door: ‘methodologische’ pretenties, die maken dat het werk wordt opgehouden voor onbenulligheden…”1

Daartegenover stelt hij dat de sociale wetenschappen de sociologische verbeeldingskracht van de burgers moeten stofferen. Kort samengevat: de sociologische verbeelding is het inzicht om persoonlijke problemen te verbinden – dingen die misschien misgaan in je leven, of die wat strijd of negativiteit veroorzaken, – met sociale kwesties, openbare kwesties of sociale structuren. De verbeelding om dingen terug te voeren naar hun grondoorzaken en er rekening mee te houden dat wat er met je gebeurt, je eigen leven, je eigen biografie, ook wordt gevormd door, geworteld is in, plaatsvindt in, en zijn beperkingen en eventuele vrijheden krijgt van de huidige tijd en het traject van geschiedenis, samenleving, cultuur en de grotere politieke, economische en ecologische context.2 Laten we dat illustreren met enkele voorbeelden.

Read More

Celibaat en Huwelijksmoraal van de Katholieke Kerk of hoe hebzucht tot haar afgang leidde

Als je aan een lang project werkt en je niet kan publiceren voor je eerste vijftig pagina’s af zijn, als dat iets is wat je jezelf hebt opgelegd, is een zijsprong altijd welkom om stoom af te blazen. De vorige zijsprong, 4 maand geleden, was er een naar aanleiding van een discussie met een Haagse vriend over de waarde van P2P. Ik heb me toen flink laten gaan om alle twijfels weg te nemen. Je wil niet dat je vrienden het verkeerde pad opgaan.

Nu is de aanleiding een dispuut met een Kroatische vriend. Daarvoor heb je vrienden, om het oneens te zijn in 5% van de gevallen terwijl je het voor de rest roerend eens bent. Die 5% is wel belangrijk. Het voorkomt dat je vastroest, dat je je niet opsluit in je eigen bubbel van het grote gelijk. Hoe het allemaal precies in zijn haak zat, is privé. De aanleiding was een wetenschappelijk onderzoek naar de huwelijksmoraal van de katholieke kerk in de middeleeuwen en dat is publiek. Hij twijfelde – onder invloed van iets wat hij gelezen had op Facebook – aan de waarde van dat onderzoek. Ik niet. Ik vond het steengoed.

Hij weet dat ik er kritiek op heb dat hij nog altijd op FB zit, maar in zijn geval is het te begrijpen, het is een van de kanalen waarlangs hij nog contacten heeft met het moederland. Maar je ziet maar, wetenschappelijke kritiek via FB, je kan het niet gekker bedenken. Bon we waren er nogal snel uit, dispuut opgelost, maar toen begon het te kriebelen. Een stemmetje fluisterde in mijn oor. Schrijf er eens iets over. Laat die broekjes een poepje ruiken. Nu het probleem was dat het geen broekjes waren, maar gerespecteerde Vlaamse historici, waar ik het voor de rest toch ook 80% mee eens ben. Dus ga ik ze niet noemen wel even citeren waar ze de mist ingingen:

“Dit soort belachelijke, onnozele, monocausale, ahistorische pseudowetenschap, bovendien fundamenteel teleologisch en eurocentrisch van aard, haalt dan ‘Science’, en daarna nog de massamedia. Het zoveelste bewijs dat ‘peer review’ niet altijd werkt…”

En daaronder een link naar een artikel in De Standaard dat verwees naar een wetenschappelijk onderzoek, echter zonder aan te geven wie, wat of waar. Een zeer persoonlijke interpretatie van een journalist trouwens. Aangezien onze ijverige Vlaamse historicus geen link meegaf naar het het bewuste onderzoek, was zijn uitval niet controleerbaar. Zijn fans die op het bericht reageerden, hadden het in alle geval niet gelezen, want die reacties raakten kant nog wal. Iemand had het over Big Data, terwijl het soort statistiek dat erin gebruik wordt krak dezelfde is als deze die Richard Wilkinson en Kate Picket gebruiken in The Spirit Level. Niks Big Data dus.

Alvast eerst de link naar het eigenlijke onderzoek:

The Church, intensive kinship, and global psychological variation. Onderzoekers van drie verschillende universiteiten:

Jonathan F. Schulz: Department of Economics, George Mason University, Fairfax, USA

Duman Bahrami-Rad: Department of Human Evolutionary Biology, Harvard University, Cambridge, USA

Jonathan P. Beauchamp: Canadian Institute for Advanced Research, Toronto, Ontario, Canada.

Ook geen broekjes. Monocausaal? Totaal niet. Aan de oorzakelijke kant hebben ze het over een huwelijksmoraal die ingaat tegen de typisch agrarische clanmentaliteit die een divers netwerk van niet-verwanten mogelijk maakt. Aan de kant van de gevolgen hebben ze het over individualisme en prosociaal gedrag ook tegenover niet verwanten.

In tegenstelling tot het Oost-Europese Christendom, de Orthodoxe Kerk, voerde de West-Europese Katholieke Kerk in de Middeleeuwen een politiek die tegen de clanvorming inging. Ze verbood huwelijken tussen aanverwanten in de tweede lijn. Neven en nichten waren taboe als huwelijkskandidaten. Dat was incest. En dat ging bij momenten tot in de 6de lijn, wat toch wel zwaar overdreven was.

“Early in the second millennium, the ban was stretched to encompass sixth cousins, including all affines. At the same time, the Church promoted marriage “by choice” (no arranged marriages) and often required newly married couples to set up independent households (neolocal residence). The Church also forced an end to many lineages by eliminating legal adoption, remarriage, and all forms of polygamous marriage, as well as concubinage, which meant that many lineages began literally dying out due to a lack of legitimate heirs.”

De onderzoekers kwamen tot de conclusie dat in gebieden die lang onder de invloed van deze huwelijksregels leefden de psychologie van de inwoners veranderde. Samenvattend:

“that the Western Church’s transformation of European kinship, by promoting small, nuclear households, weak family ties, and residential mobility, fostered greater individualism, less conformity, and more impersonal prosociality.”

Het gevolg was dus dat de mensen meer individualistisch werden, minder conformistisch en meer positief sociaal gedrag vertoonden tegenover niet-verwanten dan in de clan gemeenschappen. Of de Kerk dat effect beoogde is twijfelachtig. Dat ze de clans wilde opbreken, zeker. En dat die politiek voor gevolg had dat de kerk menig legaat kon incasseren toen een familiale lijn doodliep en niet door de clan werd opgeslorpt, zoals vroeger gebruikelijk, kwam hen ook goed uit.

 

Over de nobele bedoelingen van de Katholieke Kerk kan men terecht twijfelen omdat ze tezelfdertijd het celibaat voor priesters invoerde, wat dan weer als voordeel had dat de Kerkelijke bezittingen niet versnipperd geraakten en die van de clans wel. De macht van de Katholieke Kerk was alomtegenwoordig in de Middeleeuwen. Uiteindelijk is het de Katholieke Kerk slecht bekomen toen in de 16de eeuw het protestantisme de kop opstak. Dit soort opstand tegen de Kerk hebben de Orthodoxen nooit gekend. Zij waren nogal laks met strikte incestregels.

Het verworpen onderzoek was bovendien inter-disciplinair onderzoek van een econoom, bioloog en geneticus. Ik vermoed dat onze Vlaamse historici wel eens samen gaan pingpongen of squashen maar veel interdisciplinair onderzoek komt daar niet uit voort. Een beetje meer bescheidenheid zou hen sieren.

Wat je zou kunnen opmerken is dat de onderzoekers het niet in de historische context geplaatst hebben van de kerkelijke machtspolitiek door het priester celibaat te vermelden. Maar bij dergelijk omvangrijk onderzoek beperk je best jouw ambities. Bij dezen is dat rechtgezet. Overigens is het celibaat niet een typische levensregel van het katholieke christendom. Ook in andere religies en samenlevingen kwam en komt dit ideaal voor. De oudst bekende voorbeelden zijn de eunuchen, gecastreerde mannen die rond 2100 v.Chr. in Sumerië leefden. En uit het Romeinse Rijk kenden we de Vestaalse Maagden, die celibatair moesten leven. Ook in het boeddhisme kwam en komt de celibataire leefwijze veel voor onder monniken.

Wat mij bijzonder plezier deed was hun verwijzing naar de jagers-verzamelaars. De onderzoekers refereren naar de jagers-verzamelaars als prototype van een maatschappij die uitgestrekte relationele netwerken bevordert:

“For instance, among mobile hunter-gatherers, cultural evolution has responded to ecological risk by favoring “extensive” kin ties, which create sprawling relational networks that can be tapped when local disasters strike.”1

De huwelijksmoraal van de jagers-verzamelaars is te vergelijken met die van de Katholieke Kerk. Alhoewel hij nog stukken losser was, hij ging nog effectiever in tegen clanvorming. Samen leven en samen werken met niet verwanten was dan ook voor hen de normaalste zaak van de wereld. Dat blijkt ook uit de verschillende veldonderzoeken van antropologen2.

Om een en ander duidelijk te maken heb ik een verhelderende kaart en grafiek overgenomen.

Fig. 1 Church exposure and kinship intensity around the world.
(A) Exposure to the medieval Western (blue shading) and Eastern (green shading) Churches at the country level. The inset shows the Western Church exposure for regions within Europe based on the diffusion of bishoprics between 550 and 1500 CE (blue shading). The map delineates the boundaries of the Carolingian Empire (orange line) and the divide between Western and socialist Europe (pink line; after Churchill’s Iron Curtain speech). (B) The kinship intensity index (KII) for ethnolinguistic groups around the world.

 

Ik zou zeggen mensen, oordeel niet te vroeg, en zeker niet op basis van een verslag in de mainstream media. Lees het origineel. Ondertussen zijn er nog meer zijsprongen te maken, maar daarover ga ik het hebben met T. en D., face to face. Veel plezanter en minder werk.

Tussentijdse conclusie van mijn onderzoek naar de invloed van sociale media op ongelijkheid. Ook sommige Vlaamse linkse intellectuelen sluiten zich op in hun eigen bubbel op Facebook. En het eigenaardige is dat, als je ze aanschrijft om een van hun papers op te vragen die achter een paywall zitten, je soms niet eens antwoord krijgt. Ik correspondeer al meer dan twintig jaar met buitenlandse onderzoekers, van wie ik sommigen van haar nog pluimen ken. Zij mij zeker niet. Ik krijg altijd antwoord. Soms vraag ik me af, als de massa hier in Vlaanderen naar rechts opschuift, of dat ook niet te maken heeft met de hautaine houding van bepaalde linkse intellectuelen.

Vroeger kwamen we elkaar tegen op betogingen, nu heeft slactivisme het overgenomen. Alleen in de jeugd kunnen we nog geloven. Die schoppen de zelfgenoegzame zakken een geweten. Niet alleen ons huis staat in brand, ook dat van de gasten… Een volk erken je aan zijn openheid voor de ander!

Voetnoten

1Zie Jonathan F. Schulz et al., 2019,  p. 1 of 12.

2Zie Kirk Endicott & Karen Endicott, 2008 p. 47., Kim R. Hill et al., 2011 en Dyble et al., 2015.

Review of “Peer to Peer: The Commons Manifesto” of Michel Bauwens

In an unprecedented way Michel Bauwens hijacks the commons. While the commons practiced deliberative and participative democracy in the high middle ages, that weakened from the 16th century, we do not find any defense of alternatives for our faltering representative democracy in “Peer to Peer: The Commons Manifesto” of Michel Bauwens. No mentioning of the most recent experiments in deliberative democracy defended by David Van Reybroeck, applied in Ireland and Iceland. The “citizens’ assemblies” as proposed by Marcin Gerwin and adhered by Extinction Rebellion or “Red de Democratie” of Manu Claeys for the moderates do not figure in his picture of the future. P2P dominates his discourse.

One thing that strikes you when you start reading, is vagueness. Expressions as: “philosophers like Albert the Great and Thomas Aquinas”, “approach is related to the theorization of ‘revolutionary reforms’ by Andre Gorz”, “The State (capitalized) in the Hegelian notion is the guarantor of the common good”… He also refers to some authors that excel in vagueness themselves: David Boillier, De Angelis, Hardt and Negri and Hegel of course, the philosopher of absolute idealism.

The wide spectrum of authors referenced surprises. Bauwens worked as a cybrarian, this might explain it, but there are to many extremes. Maybe the author wants to hook on as many readers as possible, a kind of eclectic universalism. Mentioning does not necessarily mean he backs the many points of view he presents, though it is suggested and for all he is not clear about it. Karl Marx for the leftist (who didn’t read him), the Dominicans Albertus Magnus and Thomas Aquinas for the Christian community, David Graeber for the anarchists, Schumpeter for the libertarians, Jeremy Rifkin for the utopians…

When Michel Bauwens refers to valuable research he mistreats the work of the researchers, cherry picking and stretching the meaning of concepts until they become meaningless.

He summarizes his entire program in four axioms:

“1. P2P is a type of social relations in human networks, where participants have maximum freedom to connect.

2. P2P is also a technological infrastructure that makes the generalization and scaling up of such relations possible.

3. P2P thus enables a new mode of production and property.

4. P2P creates the potential for a transition to an economy that can be generative towards people and nature.” (Michel Bauwens et al., 2019, p. 1)

In the first two axioms he puts the world upside down. In what sociological, psychological or communication theory is P2P a type of “social relations” in human networks? Only in Bauwen’s brand new theory, there is no other one. P2P is just an internet protocol that can be used to exchange files and data, like email is a protocol to exchange messages, computer mediated communication. Using the P2P protocol to exchange files you do not need to have any relation with nobody, just pick a file out of the computer generated list and you have it. That is the depersonalisation effect all kind of computer mediated communication has.

In point 2. he claims that P2P is also a technological infrastructure. It is not. Without internet there would not be P2P, Internet is the technological infrastructure that makes P2P possible. So we have two points with no meaning in the real world. Since point 3. and 4. are deducted from 1. and 2. The whole theory is pointless. It is not only pointless it also useless. The far most important argument which makes the “P2P turned into commons” exercise completely irrelevant is the need for f2f communication when building commons. Bauwens claims to rely on Ostroms theory of common pool resources and collective action, he just stretches it a little by making it open access. But talking about the empirical base of collective action Ostrom says:

“A behavioral commitment to theory grounded in empirically inquiry is essential to understand such basic questions as why face-to-face communication so consistently enhances cooperation in social dilemmas or how structural variables facilitate or impede effective collective action” (Elinor Ostrom, 1998, p.1)

(…)

“Yet, consistent, strong, and replicable findings are achieved when individuals are allowed to communicate face to face.” (Id. p. 6)

So computer mediated communication does not support building commons, only f2f communication. You can not build trust by computer mediated communiction, because you can not solve ambiguity without f2f communication (Daniël Verhoeven, 2006).

Formal model for rational choice theory of collective action, proposed by Elinor Ostrom (Elinor Ostrom, 1998, p. 15),.Copyright American Political Science Review, Copy for educational purposes only.

Read More