Betoging van vrouwen in Polen omdat de abortuswet strenger werd in 2021, wet die intussen teruggedraaid is

Ryszard Kapuściński, altijd de mens eerst

“De despoot hanteert de zeis, maar het gras begint opnieuw te groeien.”
(Ryszard Kapuscinski)

De Poolse journalist/schrijver Ryszard Kapuściński (1932 – 2007) werd viermaal ter dood veroordeeld, en vloog 40 keer achter tralies. In Afrika maakte hij de dekolonisatie en de chaotische tijd daarna van dichtbij nabij mee, ook in Zuid Amerika en Azië maakte hij reportages over talloze staatsgrepen, revoluties en burgeroorlogen. Voor zijn litteraire reportages reisde jij constant de wereld rond om te luisteren naar de man in de straat. Hij overleefde de communistische partij tot hij werd ontslagen vanwege zijn steun aan Solidarność. Hij schreef 19 boeken, vertaald in 30 talen. Gabriel García Márquez was fan. Toch bleef hij heel toegankelijk, zowel voor de poetsvrouw als de ‘high brow’ intellectueel. Een achttal van zijn boeken en zijn biografie zijn vertaald in het Nederlands.

(7×500 woorden)

Partizaan van bescheiden afkomst

Kapuścińskis ouders waren onderwijzers in het arme Pinsk. Twee derden van de bevolking daar was Joods (Ost, 2013). Ryszard werd geboren in 1932. Hij zou later zeggen “dat hij zich thuis voelde in Afrika omdat ook daar voedsel schaars was en iedereen daar ook op blote voeten liep” (Reuters).

Na de oorlog studeerde hij aan het Stanisław Staszic Gymnasium. Daarna werd hij toegelaten aan de Universiteit van Warschau, waar hij Poolse Letterkunde en Geschiedenis volgde. In 1948 sloot Kapuściński zich aan bij de communistische jongerenorganisatie (ZMP). In 1955 werd hij lid van de De Poolse Verenigde Arbeiderspartij (PZPR) en ging werken voor de nationale krant van de ZMP (Sztandar Mlodych).

“…dat hij zich thuis voelde in Afrika omdat ook daar voedsel schaars was en iedereen daar ook op blote voeten liep”

Toen hij in 1955 in een artikel schreef over de onmenselijke werk- en levensomstandigheden bij de bouw van Nowa Huta in Krakau werd hij daarvoor zwaar aangevallen door het Stalinistisch regime. Maar klap op de vuurpijl, na een koerswijziging van de partij werd hij voor hetzelfde artikel beloond met het Gouden Kruis van Verdienste.

Hoe zit dat? Na de dood van Stalin in 1953, nam Nikita Chroesjtsjov het roer over. Die ondernam een voorzichtige poging tot destalinisatie. In Polen markeren de post stalinistische jaren van hervorming de geboorte van ‘de Poolse school van reportage’. De arbeidersopstand in Poznań in juni 1956 was het begin van de eerste golf van massaprotesten. Verwarring alom. Dit wordt uitvoerig beschreven in de Kapu’s biografie door Domoslawski. (Domoslawski, 2015, pp. 91-115).

Kapu verliet tenslotte definitief de Poolse communistische partij in 1981, toen Jaruzelski de noodtoestand had afgekondigd en de vrije vakbond Solidarność verlamd werd door de repressie. De journalistiek werd onder sekwester geplaatst en Kapuściński werd ontslagen bij het PAP.

Pools dorp Pinsk in 1930
Pools dorp Pinsk in 1930, Geboorte dorp Ryszard Kapuściński

Luisteren, kijken, analyseren…

De manier waarop de Poolse journalist/schrijver je in zijn verhaal binnentrekt, doet denken aan die beroemde novelle van Gabriel Garcia Marquez, ‘Kroniek van een aangekondigde dood’. Marquez is ook begonnen als journalist. Zoon Rodrigo Garcia Marquez vertelde dat zijn vader verschrikkelijk baalde van het etiket ‘magisch realisme’ dat Gabo opgekleefd kreeg (Humo). Dit is ook het label dat Kapuściński werd toebedeeld. Socialistisch realisme en magisch realisme zijn in feite twee bunkerbegrippen die kant noch wal raken1. Soit.

In alle geval is de PZPR altijd in de waan gebleven dat Kapuściński’s schrijfstijl geen gevaar betekende voor het regime – hij was dus ‘socialistisch realistisch’ in hun ogen. Anders had hij ook op de vlucht moeten slaan zoals Marquez en Kołakowski2. Dat verschil in interpretatie van zijn werk in Polen en in het Westen is opmerkelijk. De Polen zijn echter van hem blijven houden, in het Westen werd hij ei zo na gecanceld na het verschijnen van zijn biografie.

Tijdens de periode van Chroesjtsjov’s dooi trokken jonge journalisten zoals Hanna Krall en Ryszard Kapuściński erop uit om de onvrede in het land op te tekenen.

“Hun werkwijze: ze bezoeken boze brievenschrijvers die misstanden aan de kaak stellen. In hun bevlogen artikelen, dikwijls op een bijtende toon van de aanklacht, rekken verslaggevers de grenzen van de censuur op; hun hoofdredacteuren trotseren partijkritiek en reprimandes.” (Westerman, 2015, p. 17)

Zo heeft hij het vak geleerd. Stilistisch ongepolijst, weg van alle conventies, heel visueel maar sober. Nu en dan een hyperbool, soms allegorisch, vooral in zijn boeken. Zijn metaforen zijn geen versieringen maar altijd ‘to the point’. Nadat hij de omverwerping van de regering Mossadeq door de CIA beschreven heeft, legt hij uit waar het om draaide, de olie:

Het gaat hier om een vieze, onaangenaam ruikende vloeistof die gretig omhoog spuit en naderhand als een ritselende geldregen op de aarde terugvalt.” (Kapuściński, 1986, p. 60)

Soms doet hij mij glimlachen, alhoewel ik niet goed besef waarom. Laten we de schrijver zelf eens aan het woord, die noemt zijn stijl ‘litteraire reportage’.

“Elke reportage kent vele auteurs en alleen een oude gewoonte maakt dat de tekst slechts met één naam wordt ondertekent. Het is wellicht het litteraire genre dat het meest op collectieve wijze tot stand komt omdat er tientallen mensen bij betrokken zijn – onze gesprekspartners die we onderweg, overal ter wereld, ontmoeten – die ons verhalen vertellen over hun eigen leven of dat van hun gemeenschap, over de gebeurtenissen waar, ze deelgenoot van waren of waar ze iemand anders hebben horen over praten.” (Kapuściński, 1988, p. 11-12).

Gevolg van die keuze, het gaat altijd over echte mensen, het leven van de miljoenen mensen in een concrete wereld, niet hoogdravend maar conviviaal. Het zijn niet de zich geniaal wanende intellectuelen die de hoofdrol spelen, maar degenen die de gevolgen van de machtswellust van de autocratie en stommiteiten van de tirannie moeten ondergaan. En het is telkens duidelijk aan welke kant Kapuściński stond. Ik moet daar toch geen tekeningetje bij maken.

In de inleiding van ‘De draagbare Kapuściński’ beschrijft Frank Westerman hoe zijn grote voorbeeld te werk gaat. Naast de gesprekken, het luisteren is er de observatie, het kijken en dan de analyse achteraf. Niet de eenmalige observatie, maar de herhaalde observatie. Hij illustreert dat ook met verschillende voorbeelden uit Kapuścińskis boeken. Westerman formuleert het zo:

“Kapuściński stuit niet op een wegversperring, nee hij stuit op de wegversperring. De wegversperring die je overal ziet in Afrika, nee, overal ter wereld in betwist gebied, tegenkomt. Hij stapt uit nadert, wacht af en geeft ons de fenomenologie van het roadblock.”

Het is metier. En afhankelijk van waar en hoe schrijvers de stiel geleerd hebben, zal die metier anders ingevuld worden. En dat kan natuurlijk ook door zich af te zetten tegen de leermeester(s).

Cover van een boek met reportages van Hanna Krall en Ryszard Kapuściński

Cover van een boek met reportages van Hanna Krall en Ryszard Kapuściński

Leven in een totalitaire staat

Nu zou je kunnen denken dat Kapuściński nooit aan research deed. In Polen kon hij zich dat misschien permitteren maar niet als hij naar die 30 volgens de legende of 20 volgens zijn biograaf conflictgebieden trok, want daar was het op eieren lopen. Onvoorbereid naar die revoluties, staatsgrepen en burgeroorlogen trekken was gevaarlijk en hij was een angsthaas, dat geeft hij zelf toe. In zijn latere essays legt hij uit dat hij zijn reizen inderdaad voorbereidde. Hij zegt alleen niet hoe en waar. Natuurlijk zal hij wel een netwerk van politieke contacten en lokale ‘fixers’ hebben opgebouwd tijdens zijn vele reizen. En hij had ook geschiedenis gestudeerd – bronnenkritiek was hem niet vreemd. Maar waarschijnlijk was zijn belangrijkste bron voor research de Poolse Geheime Dienst die hij hand en spandiensten verleende (Westerman, 2015, p. 22).

Je onafhankelijkheid bewaren in het Oostblok als auteur was alleen weggelegd voor de grootsten. Maxim Gorki, Vladimir Nabokov en de dichter Vladimir Majakovski hebben het geweten .Gorki stierf in 1936 onder verdachte omstandigheden. Nabokov emigreerde uiteindelijk en toen Majakovski besefte dat hij eeuwig een marionet van Stalin zou blijven, pleegde hij zelfmoord. Nu Polen heeft nooit imperialistische ambities gehad, het is Rusland niet. Aan folteren en sluipmoorden deed men er niet. Ze konden je wel 24 uur opsluiten voor een ondervraging en natuurlijk, omdat het het overgrote aandeel van de economie gecontroleerd werd door de overheid, was broodroof er heel eenvoudig3. Tijdens het schrijverschap van Kapuściński was Stalin gelukkig al de pijp uit, maar de censuur was niet verdwenen. Kapu wist er onderuit te komen. Hoe? Hij maakte telkens drie versies van zijn reportages. Een zwaar gecensureerde voor de binnenlandse kranten, een wat vrijere versie voor ‘Kultura’ een blad voor de politieke toplaag – want die wilden wel degelijk correct geïnformeerd worden. En de derde versie schreef hij voor zichzelf om later ingepast te kunnen worden in zijn boeken. De laatste versie overtrof altijd de twee eerste4. Daarvan werden dan ook later regelmatig vertalingen gemaakt in het buitenland. Het werkte. Hij werd ook beroemd buiten Polen.

Gerenommeerde tijdschriften, zoals de London Review of Books, vertaalden zijn reportages. Zie bijvoorbeeld het schitterende ‘Out of Africa’ over de nadagen van de Lumumba moord in Congo in 19605. In 1976 verscheen zijn eerste boek in Polen, ‘Nog een dag’ over de burgeroorlog in Angola. Dat boek vind ik al heel indrukwekkend. Maar het is pas zijn tweede dat de deur opende voor internationaal succes. Uiteindelijk werd werk van hem in dertig talen vertaald. Zijn buitenlandse bekendheid werd een extra bescherming (Westerman, 2015, p. 7).

In 1978 schreef hij ‘De keizer: macht en ondergang van Ras Tafari Haile Selassie’, over de val van de despotische Ethiopische keizer Haile Selassie waarmee hij dan in 1983 internationaal doorbrak. Een knotsgekke allegorie. In datzelfde jaar verscheen ook ‘De Voetbaloorlog’. Die gaat over de grensoorlog tussen El Salvador en Honduras in de jaren zestig. De aanleiding was een serie uit de hand gelopen voetbalwedstrijden. Je bedenkt het niet, maar deze is niet uit zijn duim gezogen6.

Dat Kapuściński soms diensten verleende aan het regime om aan de repressie ontsnappen, hebben ze hem in Polen nooit kwalijk genomen. Dat hij zich liet inspannen door de Poolse Geheime Dienst is minder fraai, maar zelfs dat deert de Polen uiteindelijk niet. Hij is nog altijd hun held die de Nobelprijs had verdiend. Hij schreef af en toe een rapportje. Frank Westerman wou absoluut zijn dossier bij de Poolse Geheime Dienst inkijken. Dat is hem ook gelukt net als het dat zijn biograaf is gelukt. Kapu heeft nooit mensen verklikt. De dienst zelf schreef dat hij betrouwbaar rapporteert, maar geen vitale informatie verstrekt. Dus het blijft allemaal redelijk.

Lumumba_Patrice

Patrice Lumumba in his own words: “Neither brutality nor cruelty nor torture will ever bring me to ask for mercy, for I prefer to die with my head unbowed…”

De Vrije Vakbond Solidarność neemt het over

Toen de arbeidersstrijd eindelijk overal in Polen in volle hevigheid losbarstte in 1978 en uiteindelijk de scheepswerven van Gdansk werden bezet, stonden de bezetters wantrouwig tegenover alle Poolse journalisten. Zij dachten dat ze door het regime waren gestuurd om te spioneren – wat ook het geval was – en ze hielden gedecideerd de boot af. Maar Kapu wurmde er zich toch binnen. Door zijn talenkennis kon hij optreden als tolk voor de buitenlandse journalisten en dat vonden de bezetters dan wel interessant (Domoslawski, 2015, p. 309) .

In de zomer van 1980 was hij dan ook een van de 36 moedige journalisten die een pro-Solidarność petitie ondertekende (Domoslawski, 2015, p. 311). Dat was voor hem de logica zelve. Hij omarmde vakbondsleider Lech Walesa als een held van het formaat van Che Guevara (Westerman, 2015, pp. 22-24; Domoslawski, 2015, pp. 316). Op 8 oktober 1982 werd de vrije vakbond verboden. Dat die handtekening ook gevolgen zou hebben wist hij, hij werd ontslagen bij het PAP. Het getuigt van lef.

“Dat onderscheidt hem voor mij van de dubbelzinnige houding van de Polen die ikzelf ontmoette in het Pools Huis hier in Gent na de afkondiging van de noodtoestand in die peride – bon ze moesten nog kunnen terugkeren naar Polen, maar toch, hij zat al in Polen en wou nog naar het buitenland.” 

Maar zijn biograaf heeft aangetoond dat er meer aan de hand was. Soms deed hij ook zaken uit overtuiging, als Marxist, als partizaan. Ook al kaderde dat in zijn steun aan de antikoloniale strijd, zeker in Angola, het land dat gedurende 300 jaar bijna werd leeg gehaald om slaven te leveren aan Brazilië. Waarom heeft hij dat nooit toegegeven? In alle geval na 1956 is het niet gestopt zoals Kapu wou laten uitschijnen. Nu voor mij is dat geen reden om hem een minder fantastische schrijver en held van het volk te vinden. Hij is dan toch minder perfect, net als ikzelf veel minder perfect ben. Alle heiligen zijn schijnheiligen. Dat stelt gerust.

Over het overschrijden van de grens tussen feiten en fictie, wat hem internationaal kwalijk werd genomen, schrijft Neal Ascherson:

“Geen van de twijfels gaat, voor zover ik kan zien, over de berichten en artikelen die hij naar kranten of naar het Poolse persbureau heeft gestuurd. Ze gaan over zijn boeken. De avonturen en ontmoetingen die hij in zijn boeken beschrijft, bevinden zich op een ander niveau van waarheidsgetrouwheid.” (Ascherson, 2010)

Timothy Garton Ash en de Financial Times konden het echter niet appreciëren. Een journalist die ook nog boeken schrijft en de grens tussen feiten en fictie overschrijdt is ‘not done’ (Guardian;FT). Een boek geeft meer context dan een artikel in de krant of in een tijdschrift. Als duidelijk is dat het genre hybride is, zie ik het probleem niet.

In de dagdagelijkse verslaggeving, moet je de overdrijving van hyperbolen vermijden. Er zijn altijd oenen die dat letterlijk nemen. In één passage schrijft Kapu bijvoorbeeld dat de vissen in het Victoriameer in Oeganda groot waren geworden door het smullen van mensen die door Idi Amin waren vermoord (Guardian). Maar hem aan de hand van die passage gaan verwijten, dat hij omwille van zijn litteraire ambities feiten en fictie vermengde, vind ik een beetje potsierlijk. In zoet water zijn alleen piranha’s carnivoor. Grote vissen eten vooral andere kleine vissen. Hier wou hij alleen de wreedheid van Amin naar voor trekken. Hij strooit niet met metaforen en hyperbolen, zoals bijvoorbeeld de getalenteerde Tom Lanoye in zijn politieke schotsschriften. En hoewel ik en Tom Lanoye het altijd gloeiend eens zijn, stoor ik mij soms aan zijn overdrijvingen.

Na zijn defenestratie door het regime schreef hij ‘De Sjah aller Sjahs’ – over de Iraanse Revolutie van 1979. Noteer dat hij voor dit boek niet kon rekenen op de Poolse Veiligheidsdienst. Zijn bronnen zijn nu veel diverser, met o.a. publicaties uit West-Europa. Alvast in Polen werd het weer geïnterpreteerd als een allegorie, maar niet in het Westen. Het verscheen in Polen in 1982, toen hij zijn partijkaart al had ingeleverd. Maar het regime durfde het niet tegen te houden. Hij was ongenaakbaar geworden. Ook Westerman vind dit boek veel overtuigender vanuit journalistiek opzicht (Westerman, 2015, p. 26). 

David Ost die in die periode naar Polen reisde als voorbereiding voor een boek over de vrije vakbond Solidarność merkt ook op dat Polen zich totaal iets anders voorstellen bij socialisme dan links in Europa. De man in de straat daar wist ook weinig over wat zich in de wereld afspeelde. Kolonies? Geen idee. Dat Kapuściński hun blik verruimd heeft met zijn reportages en boeken, staat buiten kijf (Ost, 2013).

Betoging van de Vrije Vakbond Solidarność begin jaren 1980

Betoging van de Vrije Vakbond Solidarność begin jaren 1980

Na de val van de muur

Na de val van de muur was Kapu een tijdje ongerust. In alle landen van het Oostblok werden heksenjachten georganiseerd op vermoede collaborateurs met het regime. Hij was even bang ontmaskerd te worden. Het is niet gebeurd. Enkel zijn biograaf is zijn dossier bij de staatsveiligheid gaan inkijken, veel later. Heeft het te maken met de specifieke situatie van Polen? Niet te vergeten, op 1 september 1939 werd Polen aangevallen door nazi-Duitsland en op 17 september 1939 door de Sovjet-Unie, het fameuze Molotov-Ribbentroppact.

Terwijl de onthullingen in zijn biografie verontwaardiging uitlokten bij ons, was in Polen enkel veel te doen over zijn amoureuze avontuurtjes. Zijn biograaf Domoslawski, nochtans een leerling van Kapu, die zeker even grondig te werk ging als zijn mentor, viel hem uiteindelijk ook niet af.

In Polen was hij geliefder dan de twee Poolse Nobelprijswinnaars voor litteratuur Szymbirska en Milisz. Dat hij door veel oorlogscorrespondenten op handen gedragen werd moet ons niet verbazen, maar ook bekende litteraire schrijvers waren fan. Westerman noemt: John Updike, Susan Sontag, Gabriel Garcia Marquez en Salman Rushdie. In het Nederlandse taalgebied natuurlijk Frank Westerman die tevens debuteerde als oorlogscorrespondent o.a. in voormalig Joegoslavië.

In mijn aanvankelijk schema had ik een hoofdstuk voorzien over de controverse rond zijn biografie, maar ik heb dan besloten de ‘onthullingen ’ direct te verwerken in de tekst. Waarom rond de pot draaien? Alleen het feit dat er al zaken gelekt werden voor het verschijnen ervan, die er uiteindelijk niet instonden en dat men hem woorden in de mond legde die hij nooit heeft uitgesproken, is te vermelden waard. Maar dat soort manipulatie is nu eenmaal dagelijkse kost. We moeten daar leren doorheen te kijken en ze aanklagen.

Zij laatste groot werk is Imperium, over de opgang en ondergang de van de Sovjet Unie. Hij veranderde niets aan zijn ‘M.O.’ ook al had hij nu de bijna totale vrijheid. Ook nu trok hij het onmetelijke Rusland door om indrukken en getuigenissen te verzamelen bij de gewone mensen op straat.

Een onvolledige bibliografie maar een volledige lijst van de in het Nederlands vertaalde werken vind je in de Wikipedia.

Foto in Berlijn bij de val van de Muur

Connecting the dots

Ironie was Kapuściński niet vreemd. Nu weet ik weer waarom hij bij mij zo dikwijls een glimlach uitlokte. Een voorbeeld. Nadat hij ontslagen was bij het Pools Persagentschap ging hij onverstoord verder met zijn leven. Hij vervolmaakte zijn kennis van het Engels (Westerman, 2015, p. 27). Maar als hij in Teheran zit – hij was er meerdere malen – na de revolutie, stelt hij vast dat hij feitelijk niets is met dat volmaakte Engels. Het is niet meer de taal waarmee je overal in de wereld terecht kan. Iran was eentalig Farsi geworden. Niemand wil hem noch te woord staan in het Engels, of het Frans. Hij zit daar nog alleen als enige buitenlander. De gevechten zijn nog bezig. Hij kijkt naar de Ayatollah op televisie in de lobby van het hotel, maar snapt er niets van, tot hij schuchter durft te vragen aan een groepje kaarters: “Wat zegt hij?”. Een van de kaarters wil uiteindelijk toch antwoorden en zo kan hij zijn verhaal verder schrijven (Kapuściński, 2015, pp. 258-262). Ook de nationalisten die Vlaanderen proberen eentalig Nederlands te maken, ze beseffen niet dat ze ons daarmee 100 jaar cultureel terugwerpen in de tijd7 , ze zijn niet beter dan Khomeini.

Je kan afvragen of Kapuściński nog relevant is vandaag. Met uitzondering van Palestina zijn bijna alle landen gedekoloniseerd. Het klimaatprobleem heeft hij nooit gekend. Generatieve AI was nog ver weg. We leven niet in een totalitaire staat, behalve online op Facebook, Twitter en TikTok, de toekomstige dictator zal uit Silicon Valley komen volgens Roeland Termote (Standaard Weekblad). Wel is de oorlog intussen terug in Europa, de echte, niet de koude. In tegenstelling tot mijn marxistische vorming in de jaren zeventig geloof ik niet dat tijdperken sterk afgelijnd kunnen worden8. Ze lopen door elkaar heen. Bewijs daarvan is het recent verschenen boek van Arash Azizi die een vervolg heeft geschreven op Kapuściński’s boek over de Iraanse Revolutie van 1979 (Standaard Letteren). Kapuściński is een complex figuur in een complexe situatie, moeilijk voor een gat te vangen. Toch is er iets dat telkens terugkomt.

Het volgende speelt zich af in de ex-kolonie van Portugal, Angola in de naweeën van de onafhankelijkheidsoorlog. Eerst geeft Kapu een vrij uitgebreide beschrijving van het tafereel. Jonge onervaren soldaten van de MPLA – hij noemt ze ‘camaradas’ – bewaken zo’n honderdtal gevangen van de UNITA9 – ‘irmaos’ – achter een betonnen muur. Dan zoemt hij in. Er ontstaat een felle discussie over de 2-1 overwinning van Benfica tegen Ferroviário. De gemoederen laaien hoog op. Tot zover niets bijzonders, maar dan verhoogt hij zijn camerastandpunt, zodat we zien wat hij ziet:

“Verdeeld in twee kampen praten ze, bekvechten, gaan bijna op de vuist. Alleen, de scheidslijn loopt niet langs de betonnen omheining. Ferroviário heeft supporters zowel onder de bewakers als onder de gevangenen. En het andere kamp, het kamp van de Benfica supporters, die nu hun prachtige triomf vieren, verenigt ook gevangenen en bewakers.” (geciteerd in Westerman, 2015, pp.20-21; volledig fragment zie Kapuściński, 2015, pp. 66-67)

Bij Kapuściński komt de mens altijd op de eerste plaats. Dit is iets dat we kunnen meenemen in de moeilijke tijd die ons te wachten staat. Blijf de mens altijd op de eerste plaats stellen, wat er ook gebeurt. En dan vind ik mijn nota’s terug over Leszek Kołakowski, een van de intellectuelen die de beweging van Solidarność sterk beïnvloed hebben, maar die al in 1965-66 verplicht werd te emigreren. Nota’s die ik gemaakt heb in een totaal andere context over Ayn Rand’s, ‘The virtue of selfishness’. Ik vertaal:

“Op het eerste gezicht lijkt het totalitaire Nazi-gedachtegoed tegengesteld aan Stirner’s radicaal individualisme. Maar fascisme was bovenal een poging om de historisch gegroeide sociale verbindingen te vervangen door artificiële banden tussen individuen die op basis van een absoluut egoïsme trouw zworen aan de staat. De fascistische pedagogie koppelde asociaal egoïsme en onbetwistbaar conformisme aan elkaar. Dit laatste stond ervoor borg dat het individu een niche in het systeem kon innemen.”

“Stirner’s filosofie heeft geen problemen met het conformisme, het heeft enkel bezwaar tegen de onderwerping van het Ego aan gelijk welk hoger principe: de egoïst heeft de vrijheid de wereld in eigenbelang te manipuleren als het hem dat beter uitkomt. Zijn ‘rebellie’ kan de vorm krijgen van uiterste onderworpenheid als dat in zijn belang is; hij moet zich vooral niet gebonden voelen aan door ‘algemene’ humanitaire waarden of mythes. Het totalitaire ideaal van een kazerne maatschappij, waar alle historische banden geëlimineerd zijn komt perfect overeen met de principes van Stirner; de egoïst moet van nature bereid zijn om onder elke vlag te strijden als hem dat het best uitkomt.” (Leszek Kolakowski, 2005, pp.137-138)

Dat in het twitter idioom nog enkel nazi’s en terroristen voorkomen, is zielig en triestig tegelijk. Niet dat ik wil aanzetten tot nuanceren maar tot onderzoeken. Vakmanschap van de hersenen krijg je enkel door ze te gebruiken.

“A mind is like a parachute, it does not work if it is not open. (Frank Zappa)”

Onwetendheid omdat kennis je onthouden werd of wordt, is verschoonbaar, maar onwetendheid uit desinteresse, bewuste onwetendheid, is dat niet.

Ook moet men soms durven toegeven dat men het niet weet. De vraag of Kołakowski ook een beslissende invloed had op Ryszard Kapuściński en dat Kapu dat heel goed wist te verbergen, kan ik niet beantwoorden. Daar is veel meer research voor nodig. En soms moet men zijn toevlucht nemen tot een driewaardige logica. Waar, Vals en Onbekend.

Betoging van vrouwen in Polen omdat de abortuswet strenger werd in 2021, wet die intussen teruggedraaid is

Betoging van vrouwen in Polen omdat de abortuswet strenger werd in 2021, wet die intussen teruggedraaid is

Geraadpleegde teksten

Ascherson, Neal, 2010, Ryszard Kapuściński was a great story-teller, not a liar, TheGuardian.com, 3 March 2010. <https://www.theguardian.com/books/booksblog/2010/mar/03/ryszard-kapuscinski-story-liar>

Domoslawski, Arthur, 2015, Kapuściński: non-fictie, Biografie van een legendarische journalist, De Geus, 2015.

Kapuściński, Ryszard, 1986, De Sjah aller Sjahs, De Arbeiderspers, 1986/2009.

Kapuściński, Ryszard, 2008, De Ander, Essays van de de reporter van de eeuw, De Arbeiderspers, 2008.

Kapuściński, Ryszard, 2015, De Draagbare Kapuściński, Zijn mooiste reportages, Bloemlezing vertalingen in het Nederlands, gekozen en ingeleid door Frank Westerman, De Arbeiderspers, 2015.

Kolakowsli, Leszek, 2005, Main currents of Marxism, W.W. Norton, 2005.

Ost, David, 2013, Journalism and Revolution, DISSENT, Winter 2013. <https://www.dissentmagazine.org/article/journalism-and-revolution/>

Westerman, Frank, 2015, In de schoenen van Maestro Kapu, p. 7-34 in De Draagbare Kapuściński.

1Ik heb altijd gedacht, dat na het dadaïsme, dat juist een reactie was tegen elke etikettering, men ervan uitging dat stijl iets zeer persoonlijks was geworden, geboetseerd door de tijd, de plaats en de situatie van de schrijver. Ik kan mis zijn, maar kunst stromingen na de wereldoorlogen lijken mij meer ideologische of commerciële frames dan dat ze ergens over gaan.

2Honderd Jaar Eenzaamheid heeft Marquez geschreven nadat hij hals over kop moest vluchten uit Columbia. Het is het werk waarmee hij beroemd geworden is (Humo). Kołakowski was een belangrijke marxistische filosoof in Polen. In de jaren vijftig en zestig viel hij de Sovjet Unie openlijk aan. Hij werd ontslagen aan de Universiteit van Warschau en kon nergens nog werk vinden als intellectueel. In 1965-66 werd hij verplicht om te emigreren. Hij had een belangrijke invloed op de Vakbond Solidarność.

3Ik herinner mij van het vorige millennium dat ik als stakingsleider bij Volvo enkele maanden later zonder problemen aan de slag kon bij Sidmar (nu Arcelor Mittal). Vandaag zou je dat niet meer kunnen. Bazen checken gewoon de sociale media om te zien welk vlees ze in de kuip hebben.

4Het doet denken aan het productiesysteem in de voormalige Sovjet Unie, maar het is dan eerder een inversie ervan. In de Sovjet Unie werd de beste kwaliteit altijd geleverd aan het leger, de 2de beste was voor de winkels die enkel toegankelijk waren door de toeristen en de nomenclatuur en de laagste kwaliteit voor de massa. Nu ja dat kennen we hier in het westen ook. Alleen is hier zit het hem in de prijs verschillen, en die kunnen enorm zijn. Het ooit zo geroemde merk voor fietsonderdelen, Campognolo, levert ook brol tegenwoordig, middenklasse degelijk en superklasse voor de koers.

5Noteer, hij was daar niet bij, want het speelde zich af voor hij naar Afrika begon te reizen. Maar hij wist wel wat daar gebeurd was, uit andere bronnen. Hoe lang heeft het niet geduurd voor deze bronnen werden aangeboord hier in België? Het was wachten tot de moedige David Van Reybroeck in de archieven begon te duiken.

6Trouwens ook in de Balkan oorlog speelde een wedstrijd tussen Dinamo Zagreb en Rode Ster Belgrado uit 1990 een gelijkaardige rol. Omwille van de rellen die toen uitbraken voor de match kon hij niet doorgaan (Knack).

7De Vlaams Nationalisten die nu in alle internationale kwesties kiezen voor Duitsland (again), de VS en Israël, en vooral tegen bijvoorbeeld Iran, maar niet noodzakelijk tegen Rusland of China, moesten eens weten hoe hun bekrompen nationalisme een kopie is van het nationalisme van Khomeini.

8Voor de volledigheid moet ik hieraan toevoegen dat ik ondertussen geëvalueerd ben van antifascist naar naar anti-hiërarchist (1980), naar mensenrechten activist (1990); en oorspronkelijk feminisme werd gender-egalitarisme (2010).

9Voor de ingewikkelde geschiedenis van deze groep die van maoïstisch evolueerde naar bondgenoot van de VS en CIA, zie de Engelstalige pagina in de Wikipedia. De Nederlandstalige is bar slecht. Misschien doe ik er iets aan als ik wat meer tijd heb.

Input:

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.