PPS zorgt in Gent niet voor betaalbare woningen

Op het einde van de 19de eeuw wou de Katholieke partij kost wat kost de groei van het stedelijk proletariaat stoppen. Ze propageerde daarom privé eigendom en stadsvlucht. De socialisten daarentegen ondersteunden dat proletariaat met coöperaties. Ze organiseerden de bouw van tuinwijken met collectieve voorzieningen. Maar vanaf de jaren 70 begon de stad leeg te lopen en stonden de arbeiderswijken te verkrotten. De krotten zijn intussen opgeruimd, maar het tweeslachtig woonbeleid hield stand en zorgde in de 21ste eeuw voor een nieuwe wooncrisis. De paarse stadsontwikkeling in Gent bedoeld om tweeverdieners uit de middenklasse naar de stad te lokken, verbant uiteindelijk ook een belangrijk deel van die middenklasse uit de stad. De huidige generatie politici is in de val getrapt van Publiek Private Samenwerking, die wel gezorgd heeft voor een verfraaiing van de stad maar niet voor betaalbare woningen.

Historische achtergrond van wooncrisis in Gent

Dat de minder gegoede burgers in Gent in een uitzichtloze situatie terecht zijn gekomen heeft ook een historische oorzaak. Als fabrieksstad trok het goddeloze Gent in de negentiende eeuw duizenden plattelanders aan. Uit schrik haar achterban te verliezen organiseerde de Katholieke Partij een eeuw lang stadsvlucht, zette daarvoor subsidies in en investeerde fors in de transportstructuur. De eerste huisvestingswet van 1889 stimuleerde haast uitsluitend de bouw van individuele eigendomswoningen, doorgaans rijwoningen. Na de tweede wereldoorlog werd dit beleid verdergezet met de Wet Detaeye, verantwoordelijk voor de Belgische ruimtelijke chaos (Winters et al., 2007, p. 5-8, Van Boechaute, 2013, p. 26).

In Gent was de Belgische Werklieden Partij intussen een factor geworden waar mee rekening moest worden gehouden. Onder haar druk werd in 1919 de Nationale Maatschappij voor Goedkope Woningen en Woonvertrekken (NMWGG) opgericht, de voorloper van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal wonen (VMSW). Deze nieuwe instelling diende de motor te vormen van een vernieuwd huisvestingsbeleid, geïnspireerd op de Engelse tuinwijkgedachte. Er werden woonwijken opgericht waar niet de individuele woning centraal stond, maar waar de woonomgeving en de collectieve voorzieningen zouden primeren. Organisatorisch en financieel werden de tuinwijken gedragen door huurderscoöperatieven. De Bernadettewijk die in het nieuws kwam is een van die verwezenlijkingen toen. Zie voor meer, de interviews met planoloog Pascal De Decker en sociaal geograaf Maarten Loopmans.

Nederland legde een totaal anders parcours af. Met de woningwet van 1901 ondersteunde de regering de uitbouw van woningcorporaties in de vorm van rijksvoorschotten (over 50 jaar terugbetaalbaar, later in de vorm van leningen waarvoor de gemeenten garant stonden). Huisvesting werd op die manier losgekoppeld van de winsthonger van de vastgoedsector. Het aantal sociale woningen in Nederland is 36% tegenover 16,5% van de Nederlandse bevolking met armoederisico (CBS, 2015). In Nederland is ongeveer 50% eigenaar van zijn woning. In feite lijkt de situatie in Gent veel meer op de Nederlandse dan op de Belgische, wel met weglating van de solidariteit.

Van armoedebestrijding naar gemengde woonbuurten

Als gevolg van de woningpolitiek in België begonnen de grote steden vanaf 1970 leeg te lopen. Ware er niet de migratie en volgmigratie geweest dan zou Antwerpen nu bijvoorbeeld een spookstad van 351.000 inwoners zijn in plaats van het half miljoen dat er nu woont (NPDdata, 2018).

Bevolkings_evolutie_Migrat4

Bron NPDdata

De snel verouderende Belgische bevolking wordt gecompenseerd door de veel jongere migrantenbevolking zoals je kan zien in onderstaande grafieken.

Verdeling volgens leeftijdscategorie van bevolking van niet Belgische oorsprong, NPDdata

Verdeling volgens leeftijdscategorie van oorsprong Belgische bevolking, NPDdata

Maar de migranten komen terecht in een totaal verloederd woningpatrimonium in de 19de eeuwse gordel. Sommige huizen hebben zelfs geen lopend water. Het protest tegen deze mensonwaardige situatie komt deze keer niet uit socialistische hoek. Wat was er gebeurd? Na studentenrevolte bleef er een deel van de studenten in Gent hangen. Dikwijls komen ze terecht in dezelfde buurten als de migranten. De scherpe armoede en povere huisvesting geeft concrete inhoud aan hun sociaal engagement. Zij vormen de basis van het verzet in de jaren tachtig.

De Vlaamse regering, die met de neus op de feiten wordt gedrukt, haakt daar op in en minister Akkermans giet in 1982 de eerste vorm van stadsvernieuwing in het ‘herwaarderingsbesluit’. Dit besluit subsidieert openbare besturen voor de verwerving van gronden en gebouwen en voor de uitvoering van werken in erkende herwaarderingsgebieden. Particulieren kunnen een renovatiepremie krijgen. De afbakening gebeurt niet alleen op basis van ruimtelijk en bouwkundig verval, maar ook op basis van sociale achterstelling. Tegen eind 1988 zijn 150 stadsherwaarderingsgebieden erkend, maar slechts 44 gebieden worden operationeel door een gebrek aan financiële ondersteuning. Dit onvermogen van de overheid bezorgt betrokken bewoners een wrange nasmaak (Van Boechaute, 2013, p. 26-27). Een coalitie van actieve bewoners, organisaties en het nog prille Agalev, klaagt deze toestand aan. Op een persconferentie in april 1988 wordt Gent, ‘de meest verkrotte stad van Vlaanderen’ genoemd. Met 41.000 woningen van slechte woonkwaliteit, is dat ook terecht (Op. cit., p. 28).

Het kalf is verdronken. In 1991 behaalt het Vlaams Blok voor de eerste maal een grote verkiezingsoverwinning, op federaal niveau. Op Vlaams niveau pleit de socialist De Batselier voor een intensief programma van sociale huisvesting, maar de CVP zet nog steeds in op eigendomsverwerving. Na een nieuwe verkiezingsoverwinning van het Vlaams Blok in 1995 krijgt Vlaanderen voor het eerst ook een minister die stedelijk beleid tot zijn bevoegdheid heeft, namelijk Leo Peetersi. Wat hij uit zijn hoed tovert is niet zozeer de bestrijding van de armoede, maar de verdunning ervan:

In de eerste plaats zijn er de (nieuwe) huishoudentypen, hoog opgeleid en goed verdienend, die voor de organisatie van hun leven beter af zijn mochten ze in de (binnen)stad leven. Tweeverdienergezinnen hebben er, door hun beperkte tijd, alle baat bij allerlei functies (winkels, scholen, werk, cultuur) in de nabije omgeving te hebben. De uitdaging wordt een woonmilieu te ontwerpen die hen in de stad houdt op een zodanige manier dat ook de kansarme en kwetsbare bewoners er beter van worden.” ( geciteerd in Vlerick & Allaert, 2006, p. 61).

Het hoge woord is er uit, sociale mixii als wapen tegen de verloedering van het woonpatrimonium. Of dit getuigt van sociologische naïviteit of gewoon denigrerend is ten opzichte van de sociaal economisch zwakkeren laten we in het midden, er zijn intussen voldoende onderzoekers die aangetoond hebben dat het niet werkt, wel integendeel (K.J. Rummens et al. 2004; Van Bouchhoute, 2013, p. 12; Elias Vlerick, 2006; Ico Maly, 2017). Het is eerder een reactie tegen het verwijt van ‘getto vorming’ door het Vlaams Blok dan een echt woon-zorg beleid. In zelfde periode start de stad Gent haar eigen stadsvernieuwingsproject waarvan we de uitkomst vandaag zien.

Top down stadsontwikkeling…

De urbanisatie van de stad Gent hinkt op twee benen. Er is een belangrijk verschil tussen stadsontwikkeling en sociale stadsvernieuwing in Gent. Bij stadsontwikkeling is de participatie minimaal. Daar moeten buurtbewoners zich niet mee moeien. Want het is een publiek private samenwerking (PPS) en de privé wil geen pottenkijkers (Fotini Vanrooy, 2012, p. 39-46 ). Voorbeelden van stadsontwikkeling: Ghelamco, Oude Dokken, de Loop, Gent-Sint-Pieters, de Ecowijk op de plaats waar vroeger het stadium van AA Gent was. Het zijn typische top-down processen. Zowat in al die projecten worden de buurtbewoners buitenspel gezet.

In 1980 was het aandeel van overheidsinvesteringen in België nog meer dan 5% van het BBP, tien jaar later was het nog nauwelijks 2%. Enkel in het Verenigd Koninkrijk, Portugal en Spanje komt PPS echt van de grond vanaf 1990 (Deloitte, Benchmark PPS in Vlaanderen, 2009), in de andere Europese landen zal het pas doorbreken na de crisis van 2007-2008. Vooral de soberheidsmaatregelen van de EU doen overheden echt naar PPS grijpen. De westerse wereld stapte in de jaren tachtig over van een Keynesiaanse economie naar een monetaristische. Milton Friedman beweerde dat men de overheidsuitgaven tot het strikte minimum moest beperken en de geldstromen moest controleren om inflatie tegen te gaan en economische crisissen te vermijden. Zijn theorie steunde echter op misleiding. Dat werd in 2008 maar al te duidelijk. Hoe en waarom PPS wereldwijd flopt kan je lezen in dit MO artikel.

Een groot deel van de stadsontwikkeling in Gent verloopt nu via het in 2003 verzelfstandigde stadsontwikkelingsbedrijf (SOGent), via het waterbedrijf Farys dat uit het niets opduikt op de vastgoedmarkt, en schimmige constructies zoals ‘The Flanders-Ghent Development Group’ waar netwerken met ondernemers en vastgoed actoren worden opgezet, zoals de bouwbedrijven Banimmo (The Loop), Matexi, MG Real Estate (Parking Vrijdadmarkt, Postgebouw Korenmarkt) en Besix. Bekijk de flashy websites eens en dan zie je meteen tot welk publiek ze zich richten. Sommige websites hebben zoveel toeters en bellen dat ze nu en dan blijven hangen. Maar in dit netwerk zijn ook studiebureau’s actief zoals Bontinck Architecture and Engineering (Diamant Gebouw Sint Pieters, Ghelamco Arena, Blue Towers, Hotel Ghelamco, Kantoorgebouw Optima Global Estate) of Arch&Teco en spelers uit de immosector met Ares | Real Estate Solutions of Urban Link Group (Pascal Debruyne, 2017).

Bij PPS geeft de overheid de controle uit handen terwijl uiteindelijk het publiek toch alle rekeningen zal moeten betalen via belastingen en/of gebruikskosten. Het komt altijd duurder uit dan afzonderlijke aanbestedingen, want aannemers moeten duurder lenen dan overheden. Terwijl overheden lenen aan 1% à 2% rente, kunnen private bedrijven dit alleen doen aan 7% à 8%. Vooral de banken zijn er goed mee. De enige reden waarom overheden dit doen is om binnen de regels te blijven van de soberheidspolitiek van de EU. Met PPS verdwijnen de kosten uit de balans. Het is een dure boekhouders truuk . waar een ganse privatiseringsindustrie geld mee verdient (Sol Trumbo Vila and Matthijs Peters,2015). Weinig rebellie hier. Waarom denk je dat het voor Optima zo belangrijk was om een bank ter verwerven. Via Optima Bank en Optima Estates, passeerden ze tweemaal langs de kassa. Gelukkig is deze oplichterij mislukt. Piqueur was te hebzuchtig.

of bottom up stadsvernieuwing?

De tegenhanger van PPS is PCP, ‘Public Civic Partership’ en ‘PCG’, ‘Public Civic Governance’: van gemeenschapstuinen en alternatieve munten tot CTL’s.

Bij sociale stadsvernieuwing in Gent worden burgers dan wel betrokken bij enkele deelprojecten maar niet alle. Het gaat de weg op van PCP in de mate dat vastgoedontwikkelaars er brood in zien. Voorbeelden van stadsvernieuwing: ‘Zuurstof voor de Brugse Poort’, ‘Bruggen naar het Rabot’, ‘Ledeberg Leeft’ en ‘En Route’ aan de Dampoort. Opbouwwerkers van Samenlevingsopbouw binnen stadsvernieuwingsprojecten creëren ruimte voor een bottom-up werking en co-creatie. Maar wie Gent kent weet dat dit allemaal projecten zijn in de armste buurten van Gent. Niet onmiddellijk aantrekkelijk voor bouwpromotoren. Toch signaleert Ico Maly pogingen om bijvoorbeeld de Rabot buurt aantrekkelijk te maken voor hipsters. In 2012 opende bovenop een van de oude industriële gebouwen een pop-up restaurant dat duidelijk niet bedoeld is voor de lokale bewoners. Een menu zonder drankjes kost 59 euro per persoon (Ico Maly, 2017, p. 69-70). Hieronder een foto.

Pop-up restaurant M, boven op een oud industrieel gebouw. Wordt aanbevolen als M with a view.

Terwijl de economie in de rand van de stad diverser is dan ooit, is het centrum van Gent meer eenheidsworst geworden. Tussen 2008 en 2016 zijn er 159 filialen van winkelketens bijgekomen. Gent telt nu 552 ketenwinkels. Locale economie? Nada. Het centrum van Gent is een mooi decor voor ‘shopaholics’. Er is in Gent nood aan 30.000 bijkomende arbeidsplaatsen in 2030, deze zullen niet extra gecreëerd worden door de grote ketens, daar gaat men eerder in de de richting van afbouw van het personeelsbestand om de concurrentie met de E-handel het hoofd te bieden. Maar als Gent een stad op mensenmaat wil bouwen zijn er veel handen te kort. Daar zit toekomst in.

De derde weg schoot de verkeerde kant op

Het is echter niet zo dat de soberheidspolitiek van de EU de oorzaak was van een koerswijziging van de paarse coalitie. Die was al eerder ingezet. Het in 1998 opgerichte stadsbedrijf Sogent werd reeds verzelfstandigd in 2003 in naam de fameuze derde weg van het socialisme. Dat de stadsontwikkeling ingezet door Beke en Van Rouveroy ook verdringing van de arme bevolking meebracht beseffen ze allebei. Beke tracht het te voorkomen door begeleidingsmaatregelen zoals de oprichting van wijkgzondheidscentra en bouw van sociale woningen wanneer mogelijk. Voor Van Rouveroy is het ‘collateral damage’.

In het Patershol kwamen er sociale woningen om de oorspronkelijke bevolking op te vangen, maar het volkse karakter van de buurt ging volledig verloren. In het Prinsenhof en Zilverhof gingen de prijzen toch de hoogte in ondanks de inbreng van sociale woningen aan de rand. De city marketing had van het oude en verloederde schipperskwartier van Gent, waar ooit lichtekooien in grote getale voor vertier zorgden een toeristische attractiepool gemaakt. In Macharius kwamen de sociale woningen er wel op tijd maar waren ze van bedenkelijke kwaliteit. In de Brugse Poort werden de onteigende woningen volledig door sociale woningen vervangen, terwijl projectontwikkelaars net in die strategische plekken geïnteresseerd waren (Van Bouchaute, 2013, p. 50-53). De acties van de politieke krakersbeweging daar hadden de stad angst ingeboezemd (Renée Steyaert, 2006, p. 39).

Maar in het Rabot breekt men meer sociale woningen af dan erbij komen. Van hervestiging is hier geen sprake meer (Van Bouchaute, 2013, p. 50-52). Op Heernis kwamen er welgeteld zes sociale appartementen voor een buurt met 3390 inwoners. Architecten Bontinck realiseerden er op privégrond 146 nieuwbouw appartementen gericht op de middenklasse en projectontwikkelaar Lofting Group kocht het vroegere bejaardentehuis van het OCMW om er een gated cummunity voor de hogere middenklasse en burelen van te maken. De prijzen scheren er nu hoge toppen. Aan de rand van het stadsontwikkelingsproject de Oude Dokken verdrijft speculatie de oorspronkelijke huurders. Apache schreef daarover het volgende:

In de Doornzelestraat bijvoorbeeld, nabij het Gentse Stapelplein, vertrokken de afgelopen maanden tientallen kwetsbare gezinnen uit hun huurwoning, nadat ruim veertig woningen in 2017 van eigenaar veranderden. De projectontwikkelaar wil de panden zo snel mogelijk renoveren, zodat hij ze voor een hogere huurprijs op de markt kan zetten.”

Die sociale woningen lukt dus minder en minder. Het grootste probleem situeert nochtans zich in het laagste segment van de huurmarkt waar de prijzen niet langer in verhouding zijn met de kwaliteit. Frank Beke geeft zelf reeds in 2012 toe dat de overheid niet langer greep heeft op de huurmarkt (Van Bouchaute, 2013, p.53). 

Ondertussen is men er niet in geslaagd om de middenklasse naar de stad te lokken om daar te blijven. Jonge gezinnen ontvluchten de stad naar de rand. De huizenprijs is de belangrijkste reden waarom jonge gezinnen de stad de rug toekeren. Schepen Sofie Bracke (VLD) stelt:

“Veel twintigers blijven na hun studies plakken. Maar zodra ze een huis zoeken, trekken ze naar randgemeenten zoals Melle of Destelbergen. Daar krijgen ze meer waar voor hun geld, terwijl ze dicht genoeg blijven om zich Gentenaar te voelen.”

Zo wordt de financiële draagkracht van de stad verder ondermijnd. Maar misschien moet de VLD eens aankloppen bij enkele fortuinlijke leden van haar achterban. De graaizucht van kapitaalkrachtige vastgoed eigenaars – we hebben het hier niet over het bezit van een of twee huizen, maar van vijf, tien en meer – kent echt geen grenzen. Hierdoor wordt de middenklasse uit de stad verdreven. Zie volgend hoofdstuk voor meer details.

Zowel de Vlaamse als Federale regering tot en met de EU hebben de basis gelegd voor de wooncrisis. En het stadsbestuur van het rebelse Gent heeft zich gedwee naar de slachtbank laten leiden terwijl de zitpenningen met de regelmaat van een klok de bankrekeningen spijsden. De partijen van de huidige coalitie hebben trouwens heel wat ministers geleverd die het tij twintig, dertig jaar geleden al hadden moeten keren.

Leefstad of historisch attractiepark?

Om de stad aantrekkelijk te maken voor investeerders, middenklasse en toeristen verliep de herinrichting van de buurten in Gent vanuit het historisch centrum. Alle ingrepen in het stadslandschap moesten eerst en vooral passen in het citymarketingverhaal van Gent als toeristische parel, shopping stad en hipster hoofdstad van België (Ico Maly, 2017, p. 64). Toen men in de Dampoort buurt (19de eeuwse gordel) de stadsvernieuwing opstartte, was de tweede heraanleg van de Korenmarkt reeds lang afgewerkt. De Macharius buurt werd reeds begin de jaren negentig aangepakt. Daar hadden ze uiteindelijk drie grote groenzones waarvan twee speelpark. In Macharius hoopte ‘t Stad toeristen aan te trekken. De ruïne van Sint-Baafsabdij – weliswaar bijna volledig vernield door Keizer Karel – moest een aantrekkingspool worden. Onder Gilbert Temmerman, eerste paarse coalitie, werd dit een typisch socialistisch liberaal compromis. Er werden ook sociale woningen gebouwd op de plek waar vroeger de beestenmarkt was. Een nieuwe buurt en hoogbouw. De kwaliteit van die woningen was echter zo ondermaats dat ze in 2015 al aan renovatie toe waren. Toeristen aantrekken in Macharius, die vis plakte niet. De dienst musea in Gent zag het niet langer zitten om de site open te houden voor de zeldzame bezoeker. Op de Heernis, stadsuitbreidingsgebied uit de 19de eeuw, moest gewacht worden tot 2011 voor er één groot speelpark kwam.

Net als Bilbao en andere steden met een industrieel verleden moest Gent weer aantrekkelijk worden om in te wonen en te werken. De talrijke textielfabrieken (UCO) en metaalindustrie (ACEC en ARBED), ingeplant in de woongebieden, zijn of afgebroken en omgevormd tot groene parken, omgebouwd tot winkelcentra, bedrijvencentra of woningen. Het rijke cultureel erfgoed is in zijn glorie hersteld. Waar vroeger de lichters vaarden, aan de samenvloeiing van Leie en Schelde heeft men een plezierhaven gemaakt.

Intussen krijgt de zorg van het cultureel erfgoed wel een zeer asociaal randje. In de binnentuin van het oude Lousberggesticht richt men dan liever een museum voor perelaars in dan de buurtbewoners er een gemeenschapstuin te laten maken. Zo werd bijvoorbeeld ook de doolhof, genaamd ‘De Kerk’, nieuw aangelegd in het Coyendanspark, om de herinnering levendig houden aan de door Keizer Karel vernietigde Sint-Baafs Abdij. De grootste nederlaag van de opstandige Gentenaars. Het doet denken aan de verering door de Servische nationalisten van het Merelveld in Kosovo, waar de Servische Koning Lazar verslagen werd door het leger van de Ottomaanse sultan Moerad I. Een andere keer staat de aandacht voor dat erfgoed de hedendaagse nood aan betaalbare woningen in de weg. De sociale woningen in de Bernadettewijk uit de jaren twintig waren geklasseerd als bouwkundig erfgoed maar een aantal waren ongeschikt verklaard. Renoveren of slopen? Daar kwam WoninGent niet uit, waardoor de situatie nog verder verrotte, letterlijk en figuurlijk. En alhoewel de Vlaamse Regering reeds in 2016 de toelating had gegeven om te slopen koos de maatschappij voor een veel duurdere renovatie in plaats van nieuwbouw.

Een ander voorbeeld in de vastgoed sector. Zoals we ook al in deel een schreven rijzen de prijzen vooral in de privaathuur de pan uit, terwijl 50% van de Gentenaars moet huren. Toch worden beluik huisjes in de Karperstraat gerestaureerd om daarna een huurprijs te vragen van 800 à 900 euro. Slechts enkele beluiken in Gent zijn bewaard gebleven. Het beluik waarover het hier gaat is gebouwd in rode baksteen in begin vorige eeuw. Een aantal huisjes hebben een puntgevel, wel geen trapgevel zoals de echt oude huizen, maar toch. Je kan het met wat goede wil historisch erfgoed noemen, maar de huizen zijn niet beschermd. Het volledige beluik, een twintigtal huizen is eigendom van dezelfde eigenaar.

Voorkant gerestaureerde beluik huisjes

Ze hebben slechts drie bouwlagen, waarvan de bovenste laag bijna volledig in het dak is ingewerkt. Ze zijn 4 meter breed en amper 6 meter diep,  Arbeidershuizen in dezelfde straat zijn 8 meter diep en ook iets hoger. Er is wel een klein tuintje sedert de herinrichting van het aangrenzende Lousbergpark, te koop aangeboden door de stad tegen schappelijke prijzen. De huur die ervoor betaald moet worden is niet op te hoesten door een eenoudergezin en ook niet voor tweeverdieners met kinderen tot en met de vierde deciel.

Achterkant gerestaureerde beluik huisjes. Er staan er zes op de foto. eentje volledig verscholen achter een boom

Vanaf de jaren 2000 leek Gent bijwijlen een attractiepark. Er ging geen weekend voorbij zonder spektakel in het centrum van de stad: de VTM familiedag, de Flikkendag enz. Nog is de stadshal bijna elk weekend bezet. Toeristen van binnen- en buitenland à volonté. Het begint stilaan hinderlijk te worden voor de stadsbewoners. Segway Gent verhuurt er ‘segways’ – ook voor teambuilding. Een argeloze fietser moet opletten dat hij niet overhoop wordt gereden door zo’n team dat komt aangereden. En als MG Real Estate iets te vieren heeft mag het de in alle geschiedenisboeken voorkomende Graslei aan de Leie gedurende 10 dagen blokkeren voor de democratische prijs van 1.415 €. Zes maanden later was de veroorzaakte schade aan de kade nog niet hersteld.

Lees verder: Terug naar de basisfunctie van de stad: zorgen voor zijn bewoners

Wat vooraf ging: De vicieuze cirkels van woonarmoede in Gent

Bronnen

Arundel, R.M.I. (2017), The end of mass homeownership? Housing career diversification and inequality in Europe, PhD thesis, Faculty of Social and Behavioural Sciences, Amsterdam Institute for Social Science Research.

Bertrand, Manon, Boeykens, X., Waerniers, R., Mertens, L., Geysmans, R., & Hustinx, L. (2017). De burger in de wijk: een exploratief onderzoek naar participatie van bewonersgroepen in de wijk Dampoort – Sint-Amandsberg en de relatie van deze bewonersgroepen tot Stad Gent, Vakgroep Sociologie, Universiteit Gent, Januari 2017

Coenen, Ad, Bart Van de Putte, (2014), Is gentrificatie meetbaar?, Vakgroep Sociologie Universiteit Gent, beschikbaar op

Coppens, T. (2011). Conflict and conflict management in strategic urban projects. Proefschrift. Leuven: Katholieke Universiteit Leuven, Departement Wetenschap en Technologie.

Debruyne, Pascal (2009), Citymarketing en Gent in 2020: tussen postindustriële innovatie, creatieve klassenstrategie en postpolitiek spektakel, Oikos 49, 2/2009.

Debruyne, Pascal (2017), Over de stad van de toekomst en de toekomst van de stad, Toespraak op de Gentse Feesten Debatten 20 juli 2017, Gent

De Rynck, F. & Dezeure, K. (2011), Participatie wordt ge(s)maakt, Steunpunt beleidsrelevant onderzoek 2007-2011, Bestuurlijke organisatie Vlaanderen

DeWall et al. (2009), It’s the thought that counts: The role of hostile cognition in shaping aggressive responses to social exclusion.. Journal of Personality and Social Psychology, 2009; 96 (1): 45 DOI: 10.1037/a0013196

Gorissen, Leen, Felix Spira, Erika Meynaerts, Pieter Valkering, Niki Frantzeskaki (2017), Moving towards systemic change? Investigating acceleration dynamics of urban sustainability transitions in the Belgian City of Genk, http://dx.doi.org/10.1016/j.jclepro.2016.12.052

Heylen K. (2013), The distributional impact of housing subsidies in Flanders, International Journal of Housing Policy, vol.13 (1) , pp. 45-65.

Heylen, K. (2015), Grote woononderzoek 2013. Deel 2: Deelmarkten, woonkosten en betaalbaarheid, Leuven, Steunpunt Wonen, p. 15-18.

Maly, Ico (2017), Superdiversiteit en hipsterificatie, Neoliberalisme, ongelijkheid en sociale mix in het Rabot te Gent, Tijdschrift over Cultuur & Criminaliteit, DOI: 10.5553/TCC/221195072017007001004.

NpdData (2018), Demografisch mei 68: begin ontvolking grote steden, pas na 3 decennia kwam einde aan deze ontvolking, BuG 388 – Bericht uit het Gewisse – 1 juni 2018, beschikbaar op

Peck, Jamie (2005), Struggling with the Creative Class, International Journal of Urban and Regional Research, Volume 29.4 December 2005 740–770

Ruming, K.J., K.J. Mee & P.M .McGuirk, (2004), Questioning the Rhetoric of Social Mix: Courteous Community or Hidden Hostility?, Australian Geographical Studies, University of Newcastle.

Samenlevingsopbouw Gent (2013), Special Stadsvernieuwing, Frank08 , Viermaandelijks tijdschrift Samenlevingsopbouw Gent, beschikbaar op

Samenlevingsopbouw Gent (2014), Iedereen wint bij sociaal beleid, Frank09 , Viermaandelijks tijdschrift Samenlevingsopbouw Gent

Steyaert, Renée (2006), Studie van de kraakbeweging. De kraakbeweging in Nederland en Vlaanderen vanuit legislatieve, historische en sociologische invalshoek, Scriptie ingediend tot het behalen van de academische graad van Burgerlijk Ingenieur-Architect optie: stedenbouw, Universiteit Gent

Trumbo Vila,Sol and Matthijs Peters (2016), The Privatising Industry in Europe, Transnational Institute Amsterdam, February 2016

Van Bouchaute, B. (2013). Gentrificatie als strategie van stadsvernieuwing? : Gentse stadsvernieuwing in de 19de-eeuwse gordel 2000-2012. Gent: Academia press.

Vanrooy, Fotini (2012), Bewonersparticipatie bij stadsprojecten: een comparatieve casestudy, masterproef politieke wetenschappen, afstudeerrichting nationale politiek.

Vlerick, Elias en Georges Allaert (2006), Sociale Mix: Tussen Discours en Realiteit, Dissertatie master in de stedenbouw en de ruimtelijke planning.

Winters, Sien, Marja Elsinga, Marietta Haffner, Kristof Heylen, Katrien Tratsaert, Gelske Van Daalen, Benediekt Van Damme (2007), Op weg naar een nieuw Vlaams sociaal huurstelsel? Onderzoek uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement RWO – Woonbeleid.

i Leo Peeters naam leeft voort als de minister van die de fameuze omzendbrief-Peeters die het taalgebruik in de gemeenteraden regelt heeft opgesteld. Deze brief zorgt jaren later nog altijd voor heibel in de faciliteiten gemeenten. De idee dat socialisten niet bijgedragen hebben aan het Vlaams nationalisme mag je gerust in je zak steken.

ii Voor alle duidelijkheid het gaat hier over het veranderen van de samenstelling van de bevolking in een buurt, niet over sociale mix in sociale huisvesting of op scholen of gelijk waar elders.

Input:

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Twitter picture

You are commenting using your Twitter account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.